Een avontuur, gewoon omdat het kan

Daar zaten we dan. In de auto naar Oekraïne. Niks georganiseerde reis. Niks geen sponsorgelden. Geen opdrachtgever. Gewoon op eigen gelegenheid een trip naar onze vrienden maken. Een reis waarbij we de ‘mens achter de hulpvraag’ willen ontmoeten. Een reis waar we gewoon zin in hadden. Bent u benieuwd hoe deze reis was?Leest u dan rustig het verslag.

Wat is dat een heerlijke geur. De koffie begroet ons wanneer Simon, Gerrit-Jan, Carolien en Cor bij Simon thuis zijn. Het is vrijdagochtend omstreeks 09.00 uur en we staan op het punt van vertrek. De koffie die we ruiken moet ons warm en wakker houden. We staan voor een rit van 1700 KM richting Oekraïne en hebben er veel zin in! Gert-Jan maakt tijdens het koffie drinken stiekem nog een foto van ons drieën voor op de website. En ja, dan is het zover. We stappen in de bus van Simon en rijden Assen uit. Voordat we op de snelweg zijn hebben we nog enkele bekenden begroet met de claxon van de auto. Nu we weten dat ook die goed werkt kunnen we veilig op pad, het is 09.45uur.

De eerste kilometers zijn niet de meest spannende kilometers. De snelwegen van Noord-Nederland en Duitsland zijn bekend terrein en het weer is ook niet heel uitbundig. De bewolking is de eerste twee uren onze vaste reispartner. Halverwege Duitsland komt er gelukkig verandering in. Een veelzeggend spreekwoord wordt ons in de schoot geworpen. Aan het einde van de tunnel is er namelijk licht. Enkele tankstations later en wat wc bezoeken verder zij we alweer in Tsjechië. Het is uiteraard ook enkele uren later. Om 17:30 uur passeren we de grens van Duitsland en Tsjechië. Met het prachtige wegenvignet op de voorruit voldoen we aan alle eisen van de wet. Het vervelende is dat niemand ons vignet kan zien, omdat de mist ons alle uitzicht ontneemt. Met een uitzicht op de wereld van slechts 50 meter is onze eerste kennismaking met Tsjechië een bijzondere. Gelukkig is ook hier weer een tunnel en ja, ook hier gloort er hoop. Licht aan het einde van de tunnel is wat we krijgen.

In de bus is de sfeer de gehele rit geweldig. De koffie wordt vers gezet en met een fris mandarijntje uit de koelkast redden we ons prima. De bus van Simon en Henriëtte, een belevenis op zich. Alle hokjes en vakjes worden goed benut. Zo kunnen we een Piano meenemen voor de zigeuners in Munkacs en nemen we ook veel kleding mee voor de mensen in Barkasovo. De kleding die normaal gesproken naar Humanitas gaat, is nu onderdeel van onze bagage. Deze humaniTAS krijgt vast een goede bestemming.

Maar eerst is daar de stad Praag, daar moeten we eerst maar eens doorheen. Een geweldig mooie stad. Een geweldig grote stad. Het is een hele belevenis om Praag van dichtbij te zien. Zo zullen we later deze rit ook Bratislava, de hoofdstad van Slowakije van dichtbij bewonderen. Het mooie kasteel van Bratislava torent in de avond schitterend boven de stad uit. Twee mooie steden waar we op onze tocht dwars doorheen rijden. Het stuk tussen deze twee steden was overigens ook een hele uitdaging. Carolien reed ons over de snelweg, bestaande uit betonplaten uit het jaar 1940. Dit alles terwijl de regen met bakken uit hemel viel en de onweer ons begeleidde. Carolien reed nooit eerder in een bus en dus is het al met al een hele prestatie. De hobbelende manier van rijden krijg je immers niet aangeleerd bij je rijles in Nederland. Des te mooier is het dat we Slovakije bereikt hebben. Tot nu toe hebben we een heel gezegende reis. We zijn dan ook echt wel dankbaar dat het tot hier zo goed gaat.

Even denken we in Slovakije dat we een probleem hebben. In de stromende regen staat namelijk een trouwe diender op ons te wachten. Deze man, gehuld in een licht reflecterend outfit met een bijpassende regenmuts wacht ons op met in zijn hand een zaklantaarn waarop hij een oranje kegel gemonteerd heeft. In de stromende regen, het zicht is weer zeer beperkt, staat de man trouw zijn werk te doen. Simon rijdt, tevreden met zijn pas gekochte vignet en met een mooi muziekje op de achtergrond ongeveer 110 KM per uur. Niet gek zou je denken. Simon, niet wetend dat er verderop een dappere ambtenaar staat houdt de snelheid er dus goed in. Op het moment dat de bus onze ambtenaar in functie nadert begint laatstgenoemde heftig met zijn ‘lichtkogel’ te zwaaien. Hij wil ons van de snelweg dirigeren en gaat, om dat duidelijk te maken, midden op diezelfde snelweg staan. Wanneer man en bus tot ongeveer 200 meter van elkaar zijn zien Simon en Cor de dapperste man van Slowakije staan, maar is het te laat om de afslag te nemen. Het is inmiddels 22:30uur, donker en nat. Van 110 naar 0 km per uur. Het lukt Simon in 5 seconden, een prestatie op zich. De man zijn we echter voorbij. Eén blik achterom doet ons inzien dat we beter door kunnen rijden. Hij wuift ons namelijk weg van de plek. Tijd om weer van 0 naar 110 te gaan. Deze keer niet in 5 seconden, maar wel met het gevoel dat we wel eens een strenge controle of boete zijn misgelopen…

Slowakije zijn we dus ook door. De Nacht neemt de macht over in midden Europa en wij besluiten om een parkeerplek op te zoeken. De bedden te installeren en een welverdiende pauze van enkele uren te nemen. Om 00.30 uur staan we tussen de vrachtauto’s op een parkeerplaats in Györ, Hongarije. Een plaats op 120 km van Boedapest. Het dak van de auto gaat open, de ogen van de inzittenden gaan dicht. Een slaapplek voor ons drieën ergens midden in Europa. Enkele uren gaat het reisgezelschap in de ruststand om rond 2.30 uur weer wakker te worden. Er wordt een kop koffie gezet en we genieten van een heerlijke pastasalade. Het souvenirtje dat Henriëtte ons meegaf. De laatste etappe van de heenreis vangt aan.

In het donker naderen we de volgende hoofdstad van deze trip. Boedapest bij nacht, wat een schitterend gezicht met al die lampjes. De stad bereiken is één, er voorbij rijden is weer een hele toer. De 50 á 60 km rondweg om Boedapest kost ons ongeveer driekwartier. Inmiddels is het licht geworden en zien we Boedapest ook bij daglicht. Het bijzondere is dat we nog in nog geen enkele file hebben gestaan. Weer zo’n mooie zegen die we meegekregen hebben. Vanaf Boedapest is het nog enkele uren rechtdoor rijden op de M3. Een weg die, volgens de kaart 234 km lang is. Na 254! Km gaan we deze weg af. Het is fijn te weten dat na het maken van de wegenkaart, de wegenbouwers nog gewoon door zijn gegaan met hun werk. Nu zijn we de snelweg af en is het tijd om de grens op te zoeken. Via kleine dorpjes, rotondes en bruggen over de rivier de ‘Fok Hid’, komen we steeds dichterbij de grens. We krijgen ondertussen veel te zien. De ons bekende oude huisjes, (enkele) gaten in de weg en de meest wonderlijke voertuigen. Van paard en wagen tot auto, van fiets tot scooter. Een scooter met fietsbanden ter dikte (dunte) van een wielrenfiets. Het is dapper van de bestuurder vinden wij. Over deze, met gaten bezaaide wegen rijden met een scooter die smalle banden heeft. ‘Eén kiezelsteen en hij gaat heen’. We wensen vanaf onze positie in de bus de bestuurder van de scooter een behouden vaart en rijden naar de grens.

Bij de grens sluiten we niet achteraan in de rij, er staat immers geen rij. We stonden nog niet stil of we zijn al aan de beurt. De paspoorten kloppen, het aantal inzittenden ook en op de vraag of we Heroïne of een Kalasjnikov bij ons hebben konden we met een zuiver geweten antwoorden dat dat niet het geval is. Het leek een wereldrecord grensje passeren te gaan worden, was het niet dat we de toverbus van Simon ook de grens over willen hebben. De douanier van dienst vulde eerst een verkeerd papiertje in, we mochten dus niet verder. Even later zagen we hem dat papiertje verbranden en werd er een nieuw exemplaar ingevuld. Een Engelssprekende beambte weet uiteindelijk aan Simon te vertellen wat het probleem is. Omdat de bus als bedrijfsauto staat ingeschreven moet er invoerbelasting betaald worden. Totale kosten: €1,– . De euro is snel uit de portemonnee gehaald, maar zo snel blijkt het niet te gaan. Eerst moet er worden omgewisseld, van euro naar grivnia en dan het laatste betaalmiddel, bij het eerste hokje betalen. Een klein uur later is alles goedgekeurd en kunnen we het land in. We zijn in Oekraïne. Simon kon niet met euro’s betalen, maar vertelt ons nog wel even dat hij zijn wisselgeld moest opbergen. Bestaande uit: euro’s….

We horen van Ruslan wanneer we hem bellen dat we van harte welkom zijn. Alles staat klaar, maar hijzelf is afwezig. Wat blijkt, hij had zich een dag vergist en heeft de hele vrijdag netjes op ons gewacht. Toen hij zijn facebookgesprek met Cor terugkeek kwam hij er achter dat we zaterdag zouden komen en ja, zaterdagmorgen om 09.30 uur ging de telefoon. C, C en S zijn de grens over. Gelukkig heeft Ruslan niet alles opgeruimd maar troffen we bij aankomst een netjes ingerichte kamer en een lege binnenplaats bij het badhuis op het zigeunerkamp. De auto gaat achter de hekken, de tassen naar binnen en wij sluiten onze ogen. Wat een belevenis deze reis. Maar dankzij de zegen van God zijn we veilig gearriveerd in Oekraïne. Tijd om te rusten.

Het plannen maken voor de komende dagen komt nog wel, net als het ontmoeten van de zigeuners en het op (Microsoft) Words en geschrift zetten van de belevenissen. Het eerste deel van het verhaal is af. De rest zal vast spoedig volgen.

Het is zover, de ogen zijn weer open. Na een welverdiende middagrust hebben we ons eens lekker uitgerekt om te bedenken wat we kunnen doen. Een korte blik uit het raam geeft ons een acute invulling van de planning. Voor het badhuis, daar waar onze bus staat, wordt namelijk druk aan de weg gewerkt. Een shovel probeert een sleuf te graven om de nieuwe waterleiding van het kamp aan te leggen. En laat die sjofele vriend nou net voor de deuren staan die wij als (enige) uitgang gebruiken. Snel ‘vliegen’ Simon en Cor naar beneden om in hun meest vloeibare Oekraïens te vragen of we er uit mogen voordat we de komende dagen de diensten van de toverbus moeten missen. Gelukkig is ons Oekraïens handen en voetenwerk voldoende om een gezellig gesprek te voeren en kunnen we de deze uitdaging positief afsluiten.

Wanneer we weer binnen zijn besluit Simon zijn sloffen maar eens uit de tas te pakken. Hij komt tot de ontdekking dat de sloffen ook al voor de derde keer in Oekraïne zijn en krijgt spontaan jubeltenen. Dit belooft veel goeds voor de komende middag en dagen.

Inmiddels is ook Carolien wakker en kunnen we naar de plaatselijke Jumbo om onze vakantieboodschappen te doen. De sloffen gaan weer uit en wij verplaatsen ons naar de winkel.  En ja, wat koop je dan in een land waar je de verpakkingen niet kan lezen? Water is snel gevonden, ook brood herkennen we met het blote oog en de worstjes zijn al helemaal geen probleem. Alleen bij de melk was het even de vraag of er ook echt melk in het mooie pakje in ons boodschappenwagentje zit. Thuis bleek dat we goed zaten. Het eten is binnen.

Op ‘ons eigen’ plekje kunnen we nu lekker zitten. De koffie pruttelt alsof het een camping in Nederland Duitsland of Frankrijk is en we doen een rustig spelletje. We zijn van plan om het avondeten deze keer te nuttigen in het Colosseum. Niet dat we helemaal naar Griekenland rijden, we hebben al lang genoeg in de auto gezeten. Het Colosseum is de plaatselijke pizzeria met wel twee filialen. Daar kunnen we vast genoeg te eten krijgen. Maar het is en blijft Oekraïne. Het motto, ‘we zien wel even hoe het loopt’ laat van zich horen. Ruslan belt en hij vraagt of we al plannen voor de avond hebben. We vertellen ons verhaal en hij nodigt ons uit om bij hem te eten. De heerlijke pasta staat op tafel wanneer we arriveren. Met een overvolle buik en een propvol hoofd vertrekken we als het donker is bij Ruslan. Wat een rijkdom om te mogen delen in hun gastvrijheid. Wat kunnen wij Nederlanders daar een boel van leren zeg. Men heeft hier niet veel, maar wat men heeft wordt gedeeld. DANKBAAR.

’s Middags waren we al even bij Karlos’ huis geweest om hem te verrassen. De verrassing was alleen dat Karlos niet thuis was. Lalu, zijn vrouw, vertelde dat Karlos met enkele vrienden de stad in is en die avond wel weer thuis is. Eigenlijk zouden we gaan rusten, een spelletje doen en slapen. Toch kunnen we het niet laten om nog ‘even’ bij Karcsi te kijken. Wanneer we daar aankomen met onze volle magen worden we hartelijk welkom geheten. Karlos is thuis samen met drie vrienden uit Schotland. (Gordon, Shaun en Collin) Voordat we kunnen gaan zitten worden we zeer hartelijk uitgenodigd aan tafel. Nou heeft een maag een bepaalde afmeting, maar er blijkt toch ook enige rek in te zitten. Lalu schotelt ons een heerlijk Oekraïens soepje voor (börsj) met enkele aardappelen. Stiekem voelen we ons wel wat schuldig dat we, voor ons gevoel, het eten van deze minderbedeelde zigeuners opeten. De gedachte dat we hier (achteraf) voor betalen stemt ons weer gerust. We moeten er niet aan denken dat we deze gastvrijheid misbruiken.

De maaltijden van vandaag en de vele indrukken doen ons tevreden in slaap vallen om zondagochtend fris wakker te worden. De plannen van vandaag beginnen ’s middags pas, dus kunnen we deze ochtend rustig opstarten. Zo is er weer een heerlijk kopje koffie deze ochtend. Het is koffie waarvan je de gaten in de sokken spontaan dicht trekken, aldus Simon het orakel. Na de koffie spelen wat spelletjes en zo is een heerlijke start gemaakt van deze dag. Van hieruit kunnen we mooi voortborduren. Vandaag staan er twee kerkdiensten op ons programma.

Het is maar goed dat we inmiddels een beetje de weg kennen in Oekraïne. De straatnaamborden zijn namelijk een groot vraagteken voor ons. Maar het ook zo zijn voordelen hebben. Want wij lezen gewoon wat we willen zien. Zo hebben we in Hongarije al eens door Ur der galdeën gereden en rijden we nu door het pittoreske Mesopotamië.

Zo kan het dat wij via Mesopotamië, om 14.00 uur in de kerk van Barkaszo staan. Dominee Ferry stopt spontaan met zingen. Terwijl de band rustig doorspeelt loopt hij op ons af en geeft ons een zeer hartelijk welkom. We voelen ons weer thuis in Barkaszo, bij Ferry, op het zigeunerkamp, maar ook zeker in de kerk. Gods woord heeft gelukkig geen last van grenzen en taalbarrières. De dienst zelf is voor ons een hele uitdaging en de preek een lastige puzzel. We zijn dan ook blij dat Sándor, die ook aanwezig is, ons nog enkele Nederlandse woorden toespreekt.

Simon spreekt op uitnodiging van Sándor de gemeente nog even toe. Hij brengt de groeten uit Holland over en neemt de groeten terug in ontvangst. We zullen ze meenemen in de toverbus. Enkele jongeren uit de kerk van Assen-West hebben een kaart geschreven aan de zigeuners. Deze ligt alleen nog in de bus. Cor spurt de kerk uit, haalt het kleinood op en is ruim op tijd weer terug. De kaart kan nu ook overhandigd kan worden. Veel vriendelijkheden, allen welgemeend.

Na de dienst krijgen we de kans om nog in de school te kijken. We zien de oude meubelen buiten staan en krijgen te horen dat er nieuw meubilair in de school staat. De dakbedekking ziet er mooi uit en Ferry’s handen jeuken om door te werken. Met Sándor spreken we af dat we woensdagmorgen overleg hebben. We zullen dan doorspreken over de (on)mogelijkheden bij het voortzetten van de werkzaamheden.

De terugreis naar Munkacs verloopt zonder problemen en we zitten om 18.00uur weer netjes in de kerk. Gelukkig, Ruslan en Karlos zijn er ook. Niet dat we niet zonder ze kunnen, maar het vertaalwerk van Hongaars/Oekraïens naar Engels van Karsci doet ons de preek toch een heel stuk beter begrijpen. Zonder tolk begrijpen we wel dat de mensen verbaast zijn. Onze komst was onaangekondigd en dat is af te lezen uit de vele blije en verbaasde blikken. Sommige mensen kijken drie keer, moeten hun lach inhouden en komen daarna een hand en knuffel geven. Het doet ons ook weer even stil staan bij de bijzondere kansen die we krijgen van onze grote HEER.

Na de kerkdienst gaan we op ‘zondagavondvisite’. Volgens de agenda is de kring vanavond bij Karlos thuis. Maar omdat we in Oekraïne zijn, gaat niets zoals verwacht en zitten we even later met Karlos, Ruslan, en enkele schotten bij Ruslan aan tafel. Een lekker soepje en fijn brood vullen onze magen. Al hadden we het idee dat het eten van de vorige dag nog lang niet verteerd is. De sfeer is ronduit gezellig. Het ene na het andere sterke verhaal wordt over tafel gegooid. Dit alles afgewisseld met een mooi gesprek over het geloof en een zorgwekkend gesprek over de politieke situatie en de (op handen zijnde?) oorlog. Bij dit alles blijft het vertrouwen op God en de gastvrijheid ons weer verbazen. Karlos kijkt ondertussen met een schuin oog de kamer door. Het keyboard waar Ruslan en Karlos’ dochters mee spelen trekt zijn aandacht. Cor vraagt of Karlos het een mooi instrument vindt en krijgt een bevestigend antwoord. ‘Prima, dan is hij voor jou’ krijgt Karlos te horen. Zijn mond gaat een beetje open en zijn ogen tonen één en al verbazing. Die opmerking was onverwacht. Karlos blijkt het goed gehoord te hebben, want het klinkt weer: ‘hij is voor jou’. Met stomheid geslagen bedankt Karlos hiervoor en vertelt ons gelijk wat hij met het keyboard gaat doen. Hij wil de jeugd een soort ‘muziekles’ geven en spaart hiervoor instrumenten. Dit instrument is hierbij een welkome aanvulling. We vertellen dat we deze informatie van Corine gehoord hebben en even later laden we in een opperbeste stemming de auto van Karlos in. Zijn vrouw, zijn kinderen, een vriend uit Schotland en… dat verdraaide keyboard.

Alweer een dag voorbij, alweer een dag genoten. Vol dankbaarheid zijn we onderweg naar de maandag.

Tijdens de zondagavondvisite hebben we ons ook nog druk gemaakt over de invulling van de volgende dagen van de week. Zo zouden we op maandag met Ruslan mee om te kijken wat zijn werkzaamheden inhouden. Ruslan was met zijn schoonvader in Beregowo, een plaats zo’n 25 kilometer van Munkacs. Op de Hongaarse ambassade moest hij enkele dingen regelen. We zouden elkaar treffen voor de ambassade. Vol goede moet stapten we in de bus op weg naar Beregowo. Een plaats die voor Cor en Carolien bekend terrein is. Ze zijn er enkele keren met de stichting Munkacs doorheen gekomen toen ze van/naar de grens moesten. Aangezien Ruslan vertelde dat we de hoofdweg moesten volgen en het dan wel zouden vinden hadden we er alle vertrouwen in.

Eenmaal voor de ambassade belden we met Ruslan en vertelden dat we het gevonden hadden. Een gebouw met Oekraïense en een Hongaarse vlag, het kon niet missen. In de zon tegenover de ambassade hebben we heerlijk staan wachten op Ruslan. Hij liet echter op een onverwachte manier van zich horen. Het was via de telefoon. Ruslan had de bus zien staan, maar er zaten geen poppetjes in. Of we daarheen wilden gaan. Tja, met die Russische letters sta je blijkbaar toch nog heel snel voor een verkeerd gebouw. We groetten het gebouw dat geen ambassade bleek te zijn en hebben netjes Ruslan gevolgd richting het zigeunerkamp van Beregowo.

Op het zigeunerkamp laat Ruslan een groot gebouw zien. In het gebouw komen een gaarkeuken, kerk en douches. Na wat overleg met de plaatselijke Bob de Bouwer vertrekken we richting Munkacs. Nog geen idee wat Ruslan ons nog meer laat zien. Hij zal eerst zijn schoonvader naar huis brengen en komt even later naar het badhuis. Onder het genot van een kopje koffie maken we plannen voor de rest van de dag. We willen Ruslan alleen niet van zijn werk afhouden. Hij heeft het heel druk, maar geeft aan dat het juist goed voor hem is dat hij er een dagje uit is. Goed om de zinnen te verzetten. We besluiten om naar een mooi bergachtig gebied te gaan waarvan de naam ons is ontschoten. Maar voordat we kunnen wandelen en de toerist kunnen uithangen moeten we eerst maar eens wat boodschappen doen. Er moet nog gegeten worden en zowel Ruslan als wij lusten wel een hapje. Omdat ook bij de Jumbo van Mukacheve geldt: drie in de rij, kassa erbij, zijn we zo weer uit de winkel. De worstjes en broden liggen in de koeling en wij zoeken een plekje uit om te eten.

Wat is het dan fijn om een gids bij je te hebben. Het is handig wanneer je iemand hebt die de weg weet en ook de mooie plekken van het land kent. Ruslan neemt ons mee naar een stukje bos onderaan een berg. Er loopt een rivier langs en we parkeren de bus daar aan de voet van de berg. De picknickkleedjes komen nu zeer goed van pas en binnen de kortste keren liggen er vier tevreden mensen in de zon onder de blauwe hemel met een broodje pasta of hagelslag. Ruslan herkent het pakje hagelslag trouwens meteen als hij het ziet en ja, daar moet wat van gegeten worden.

Terwijl er een tractor door de rivier waadt naar het land aan de overkant komt Simon aangelopen met de opgewarmde worstjes die met een broodje en wat tomatenketchup worden genuttigd. Het wordt hier een ideale cocktail van vakantie, vrienden opzoeken en het verhaal achter de hulpvraag vinden.

Cultuursnuiven, dat is ook iets wat we nog wilden doen. We worden door onze reisleider daarom meegenomen naar een andere berg. Halverwege de helling komen we langs een prachtig kasteel. De vele torentjes worden omgeven door een mooi park. Er ontbreekt niets aan en we moeten onszelf eraan herinneren dat we toch echt in het arme Oekraïne zijn. Wanneer we verder lopen zien we een man met ongeveer 15 lege frisdrankflessen bij een stroompje staan. We vragen onze grote raadgever wat er gaande is en hij legt uit dat er een speciale waterbron is. Het water is erg gezond en mensen komen er heen om water in flessen mee te nemen. Het schijnt te genezen. Er is naast het eerder genoemde kasteel ook een zwembad, sauna, welness centrum. De toerist die we zien laat de flessen één voor één vullen met krachtig water en gaat weg. Hij tilt alle flessen in twee tassen. We kijken hem na en concluderen dat het inderdaad water is waar je sterk van wordt. Want ja, zoveel zware flessen tillen, dat zal zeker werken.

Ja, dat was even mooi, een wandeling door het bos op de helling van een berg. Dat gaat in Nederland niet lukken. Snel verplaatsen we ons weer naar beneden. Nadat we even hebben gekeken bij het plaatselijke treinstation brengt buslijn Cor ons in de stad Munkacs. Het klooster en haar omgeving is onze volgende halte. Het oudste Oekraïens Orthodoxe klooster van midden Europa torent hoog boven de stad uit. Op deze helling heeft het gezelschap drie mooie, groene gebouwen neergezet. Er lopen her en der wat nonnetjes los en we kijken onze ogen uit. De gedachten zijn soms wat minder vrolijk. “Wat jammer, wat erg” zegt Ruslan. Het is in zijn en onze ogen geen levende maar een dode kerk. Nonnen die 100 keer hetzelfde Bijelstukje lezen en die amper weten waarom ze de dingen doen. Al foto’s makend lopen we door de tuinen van dit, op het uiterlijk afgaande, mooie plekje. Simon klikt er als een waar fotograaf op los om niets te vergeten van deze mooie plek. Wanneer hij één van de nonnen letterlijk in het vizier krijgt springt de dame in kwestie op en draait zich om. Ze slaat 8 kruisjes en zorgt er heel tactisch voor dat ze niet op de foto komt.

Al wandelend komt ons gesprek op de afgelopen zomer. Cor en Carolien zijn destijds namelijk ook al in de kloostertuin geweest om samen met hun toenmalige reisgenoten rond te kijken. Ze wilden toen meer dan rondkijken. Met behulp van hun GPS waren ze destijds op zoek geweest naar een geochache. Een spel dat het best te omschrijven is als schat zoeken voor volwassenen. En nu ze toch in de buurt zijn willen ze de cache die destijds niet te vinden was nogmaals proberen op te speuren. Cor weet heel zeker dat het bij die éne boom was en het kwartet daalt af naar de plek des onheils. Het duurt maar even of Carolien jubelt vrolijk het verlossende ‘ik heb het gevonden’ uit. En warempel, daar ligt het doosje met daarin de logrol. Een kwestie van naam op schrijven en terugleggen. Voor Simon zijn eerste, voor C&C de 360e keer dat ze een GPS-speurtocht tot een goed einde brengen. En dat met een gezellige zigeuner ergens in Oekraïne.

Een avontuur bij een klooster, dat langer duurt dan verwacht. Op de daar gelegen graven valt ons namelijk wat op. Onder aan het kruis hangt een extra dwarsbalk. Het bijzonder opvallende ‘houtwerk’ hangt tot onze verbazing niet recht, maar schuin. We zijn zeer benieuwd naar de betekenis hiervan. Had Jezus een langer rechter dan linker been en is dat de oorzaak? Ruslan dacht zich te kunnen herinneren dat men dat eens heeft vertelt. Toch weet hij het niet zeker, ook wij kunnen geen antwoord geven. We besluiten om Ruslan tijdelijk te ontheffen uit zijn functie als gids en hem te installeren als ‘tolk-voor-een-kwartier’. Ruslan neemt zijn roeping zeer serieooos en stapt kordaat doch vriendelijk op een kerkganger af met de vraag die bij Simon opkwam. De dame in kwestie weet het helaas niet. Ook kerkganger nummer twee moet ons het antwoord schuldig blijven. Ruslan ziet het als een bevestiging dat de mensen niet weten waarom ze de bepaalde dingen doen. Hij lijkt hierin nogmaals bevestigd te worden. De vele malen te mooie kerk wordt, zo vertelde onze wordt gidstolk gesponsord door bepaalde maffiosi die hierdoor denken hun zonde af te kopen. Ook dit vooroordeel wordt bevestigd in het volgende gesprek.

Met het hoofddoekje netjes over de haren gedrapeerd stapt er een dame van middelbare leeftijd over de parkeerplaats bij het klooster. Het boek onder haar arm doet ons vermoeden dat ze zich klaarmaakt voor een bidstond. Met de luid luidende kloken op de achtergrond lijkt dit een aannemelijke gedachte. Als het braafste jongetje van de klas stapt de net nog zo rebelse Ruslan op mevrouw de kerkgangster af. “Weet u ook wat de betekenis van het kruis is?”. Het antwoord is alleszeggend en heeft veel te maken met onze vooroordelen. “Die moest daar staan van de sponsor”. Ai, een pijnlijk antwoord. Of bepaald de sponsor misschien ook wat er in de Bijbel staat? Ze zal het waarschijnlijk niet weten want in deze stroming van het christendom mag niet iedereen in de Bijbel lezen het boek is er te heilig voor. Wij zijn, helaas voor deze mevrouw, nog niet tevreden met het antwoord. We bedoelen immers niet de plek van het kruis, we bedoelen de betekenis van het latje. Ook daar weet mevrouw gelukkig een antwoord op. “Dat weet ik zeker, maar dat mag ik u niet vertellen.”

Onze laatste hoop op een antwoord is gevestigd op de priester die we zien komen aanlopen. Het traditionele kleed hangt om de schouders en zijn pet bedekt het lange haar. Daar staat hij met zijn laptop en het blijkt de goede man op de goede plek. Via onze grote vriend vertelt de priester dat het te maken heeft met de keuze tussen goed en kwaad. Waar één van de misdadigers de spot met Jezus dreef tijdens de kruisiging vroeg de ander om redding. Het scheve stuk hout moet aanduiden dat er een verschil was tussen de lage (naar de hel) en de hoge (naar de redding) kant van het hout.

Zo komt ook deze zoektocht tot een positief einde. Het is inmiddels 17:00 uur geweest en onze magen maken aanstalte tot een roep om eten. We besluiten om te gaan pinnen in de binnenstad om, nu dan wel, naar het Colosseum te gaan. Ruslan wil ons eerst nog even de binnenstad van Munkacs laten zien en vervolgens zoeken we het terras van de pizzeria op. Een heerlijk biertje voor de passagiers en een jus d’orange voor de bestuurder en zijn vrouw worden geserveerd. De pizza laat niet lang op zich wachten en binnen no time zitten er drie Hollanders aan een pizza en een zigeuner aan de pannenkoeken. Het is een fijne manier om nog meer van elkaar te weten te komen. Ruslan vertelde eerder al over zijn jeugd, waarbij hij als jongetje van de basisschool een cijfer kreeg op het vak ‘wapenhandelingen’. Nu vertelt hij over de huidige situatie in Oekraïne. Hij spreekt hier op het terras vrijuit over de problemen in het oosten en over de schrik van Oekraïne. We hebben het over Vladimir Poetin. De vergelijking met Adolf Hitler wordt in ons tweede thuisland veel gemaakt en zo krijgen we de bijnaam van de schurk uit Moskou ook regelmatig te horen. Het gedrag van dhr. PoetLer wordt uitgebreid besproken. Ruslan is niet bang, maar hij vindt de situatie uiteraard ook niet fijn. Zelf begint hij vrij snel over de woorden uit openbaringen waarin de ruzie en onenigheid worden genoemd bij het aankondigen van het eind der tijden.

De dag is voor ons inmiddels bijna ten einde. Bij het koffiehuis van Tibi, de zanger van Amaro Del, besluiten we een kopje koffie te doen alvorens we afscheid nemen van meneer Jankovsky. We bedanken hem voor de goede zorgen en gaan ‘op huus an’. Een douche en een spelletje is wat er nog op het programma staat. En morgen gaan we weer op stap. ’s Morgens het kasteel bezichtigen om vervolgens van de middag een internationale middag te maken. We verheugen ons op het Schots, Hongaars, Oekraïens, Nederlands uitje…

Bij het krieken van de dag is daar altijd weer Simon met zijn lach. Als ridder eerste klas staat hij al af te wassen wanneer dame en heer Verkade hun oogleden in beweging brengen. Ridder Simon, gekleed in een uiterst modern 21e eeuws tenue staat op het punt om zijn entree te maken in het kasteel van Munkacs. Voordat de trip naar het oosten begon heeft hij bij het reisbureau aangegeven dit stukje cultuur en geschiedenis in één te willen bezichtigen. En aangezien Simon een aandeel van één derde heeft in BV reisbureau was zijn wens gemakkelijk in te willigen. Jonkvrouw Carolien en schildknaap Cor volgen Simon getrouw op zijn reis naar de top van de berg. Met 102 paardenkrachten stomen ze op de poort van het bouwwerk af om de paarden, verpakt in een witte Volkswagen Transporter voor de deur te parkeren.

De verovering van het kasteel gaat in 2014 gelukkig een stuk vriendelijker dan honderden jaren eerder. Als ware ze ware toeristen lopen de drie musketiers over galerijen, beklimmen ze torens en genieten ze van het mooie uitzicht. In het kasteel is een mooie wijnproeverij en een vervallen martelkelder te zien. Er is verder een tentoonstelling ingericht over de geschiedenis van Munkacs. Helaas valt er ook deze keer niet heel veel chocolade te maken van de moeilijke letters. Vlak voordat we het museum uitlopen zien we tot onze verbazing de uitleg in het Engels. Helaas, net wat te laat want we gaan de ronde niet nog eens lopen. Liever gaan we weer naar buiten om het vierde uitzichtpunt te bekijken. Het klooster, de stad en de hoofdweg zijn zeer duidelijk te zien onder de blauwe hemel. Met een zon die het aangenaam warm maakt is dit een prima plek om even te vertoeven. Een noemenswaardig details is, dat we vanaf het kasteel veel beweging zien op de militaire kazerne. De drukte in het oosten van Oekraïne schijnt hier niet erg doorgedrongen te zijn. Men wandelt rustig heen en weer en met de eerder genoemde zon voelen we ons veilig in dit deel van het enorme land.

Met Ruslan hebben we afgesproken dat we hem halverwege de ochtend zullen bellen om een startmoment voor de internationale middag te bepalen. Het plan is om een stuk te gaan wandelen in de bergen en daar een heuse barbecue te houden. Collin, Gordon en Shaun zullen ons vergezellen net als Ruslan en Karcsi.

Wanneer de telefoon opgenomen wordt met een zachte stem is de sfeer helaas meteen anders. De telefoon en zijn eigenaar zijn namelijk niet in een winkel voor inkopen of bij Karsci voor de laatste voorbereidingen. Het toestel bevindt zich in het ziekenhuis van Munkacs. Shaun, één van de gasten uit Schotland is er opgenomen met verschijnselen van ernstige uitdroging. Ruslan vertelt ons dat het niet goed gaat. Shaun heeft hevige diarree en ook moet hij veel spugen. Het vocht blijft niet binnen en Shaun heeft al geroepen en gebeden om bij God te zijn. Hij denkt dat hij aan het sterven is. De dokter is op moment van bellen bezig een infuus toe te dienen om het uitdrogen tegen te gaan. We besluiten naar het zigeunerkamp terug te rijden om in het badhuis te eten. Het opgewonden gevoel verdwijnt snel en we maken ons zorgen. Hoe loopt dit af?

Tijdens het typen van dit stukje zitten we in de auto. We rijden net langs Budapest airport en er vliegt een Ryan air vliegtuig over. Zullen de Schotten erin zitten? We denken nog even aan ze…

Want ja, we komen er snel achter dat het iets beter gaat met Shaun. Met onze terneergeslagen gedachten rijden we namelijk het zigeunerkamp op en zien vrij snel dat ook Karlos er aankomt met Gordon en Collin. Ze zijn terug van het ziekenhuis en weten ons te vertellen dat het beter gaat met Shaun. Hij is stabiel en heeft via het infuus meer vocht binnen gekregen. Karlos is al aan het bedenken hoe het verder moet. Omdat Shaun ook hart en vaatziekten heeft is het voor hem beter om niet in Oekraïne te zijn. In dit land waar voor elk medicijn los betaald moet worden, op de voorwaarde dat hij aanwezig is, is Shaun niet op het goede adres. Karlos hoopt dat Shaun die middag na de infuusbehandeling zodanig is aangesterkt dat hij met de auto naar Budapest gebracht kan worden. In Hongarije is het medisch personeel beter geschoold en zijn de behandelingen dus ook beter.

Inmiddels zijn we door Karlos meegenomen naar een bevriende zigeuner. De sfeer is duidelijk beter nu blijkt dat het met Shaun al een stuk beter gaat dan in de ochtend. Het wordt onverwacht toch nog een internationale middag. Onze gastheer is getrouwd met een dochter van een Oezbeek. De maaltijd die opgediend wordt is een delicatesse uit Oezbekistan. Hoe het recept precies in elkaar steekt is niet bekend, maar we herkennen de pasta met daar midden in een gehaktballetje. Het geheel wordt geserveerd met azijn en een sausje dat ons aan sambal doet denken. Scherpe sambal in dit geval. Al etende praten we veel met Collin en Gordon. Ze vertellen veel over hun werk en thuissituatie, wij over de onze. De heren vertellen ook over de plannen die ze hebben om internationaal evangelisatiewerk te doen en zo komt het dat we deze middag zeer nuttig besteden door onze e-mailadressen uit te wisselen. We gaan weer uit elkaar en wij, de Hollandse horde besluiten om in deze voormiddag te gaan genieten van de zon, het is siësta tijd.

Eenmaal uitgerust hebben we toch weer snel zin in en bak koffie. We blijven immers Nederlanders. Omdat de koffiemachine van Tibi het niet meer doet komen we uit in een ander etablissement waar we een trotse zigeunerdame aan het werk zetten en haar een omzet gunnen. Zij blij, wij weer wakker. Het verbaasd ons daarna niets dat we weer in een verbazing vallen, het is en blijft Oekraïne. Bij het verlaten van de koffiebar zien we namelijk niemand minder lopen dan Shaun de Schot. Shaun heeft ontslag gekregen uit het ziekenhuis en gaat bij Karlos thuis gelijk op bed. Ook Collin en Gordon zij weer aanwezig en samen met hen en Lalu drinken we een kop thee met een gebakje in huize (Karlos) Horvath. We krijgen te horen dat Shaun een dag later (woensdag) naar Budapest gebracht zal worden. Zijn vliegticket naar Londen is al omgeboekt van 24 mei, de oorspronkelijke datum naar 7 mei ook Gordon en Collin hebben hun ticket omgezet en vliegen één dag eerder terug. Het is fijn te weten dat het beter gaat met Shaun, maar we voelen ons wel wat ongemakkelijk bij Karlos thuis en maken plannen om verder te gaan. We willen Shaun laten rusten en Karsci niet tot last zijn. Ons nieuwe plan komt uit onverwachte hoek. Collin is nog steeds erg geïnteresseerd in het werk dat de stichting Munkacs gedaan heeft de laatste tien jaar. Cor en Carolien nemen de Heren mee naar enkele bouwwerken die met hulp van de stichting Munkacs gemaakt zijn. De heren zijn onder de indruk en spreken nogmaals uit dat het hun ook fantastisch lijkt om gelijkend werk te doen.

Ditmaal komt het dan toch echt tot een afscheid. We brengen de heren weer naar het mooie huis naast de kerk waar we ook weer afscheid nemen van gastheer Karlos, vrouw Lalu (Ilonka) en de meiden Gloria en Lydia. Op zo’n moment is het fijn dat we de stad na de vele eerdere bezoeken al redelijk kennen. We kunnen nu zonder gids of tolk onze weg vinden en via de winkel komen we dan ook langzaam bij Lavki aan. Het hotel op de berg staat er nog en met die wetenschap rijden we naar de rivier onderaan de afslag naar de kinderkamplocaties Mria en Vifanja. De toverbus doet weer waarvoor het gemaakt is en brengt ons via een zeer hobbelige dijk bij een mooi plekje aan de rivier. Het verhaal van een dag eerder herhaalt zich. De worsten worden gekookt en het brood gesmeerd.

Bij de rivier schieten we met scherp, de foto’s zullen vast een dierbare herinnering worden aan dit zigeuner loze avontuur.

En ja, dan is het toch echt zover. Gearriveerd bij het badhuis pakken we zo snel mogelijk het meeste spul in. We willen namelijk nog tijd over houden om Ruslan ons vakantiegeld te betalen, een spelletje te doen en nog één rustig avondje te hebben in ons mooie huisje. We proberen Ruslan wel 10 keer te bellen om een afspraak te maken en te weten te komen hoe het met Shaun is. Omdat Chef badhuis niet te bereiken is, besluiten we zelf de nog niet ingepakte stoute schoenen aan te trekken het zigeunerkamp te verlaten en zijn huis op te zoeken. Halverwege deze avondwandeling belt Ruslan met de vraag hoe het is. We kunnen een positieve melding geven en spreken af om in twee minuten bij zijn huis te zijn. Zo klopt er vaak niets van planningen en afspraken maar komt alles wonderbaarlijk terecht. Ruslan is blij met de koekjes die we gekocht hebben en neemt onze huur in ontvangst. Met Shaun gaat het beter vertelt ook Ruslan. Hij is lang bij hem aan bed geweest en is later nog met Collin en Gordon naar het kasteel gegaan. Genoeg voor één dag zou je haast denken. Voor Ruslan niet. Hij loopt nog met ons mee naar het badhuis omdat hij op het kamp nog een zigeuner moet helpen met de nodige medische verzorging. Ruslan en Karcsi, twee jongens met een zeer groot hart. Wij gaan naar binnen, doen ons spelletje en… logeren voor de laatste keer deze trip op het zigeunerkamp van Munkacs. Morgen weer een nieuwe dag met veel op het programma!

De laatste dag van onze trip breekt aan. Een uur eerder dan de andere dagen zijn we uit de veren. Simon uiteraard als eerste van het stel, maar Cnelis en Cnelia volgden snel. Dan is het toch wel heel fijn dat we het meeste al hebben ingepakt. De broodjes smaken ook vanmorgen weer goed en met de wetenschap dat je overal voor betaald hebt is het laatste restje schuldgevoel ook uitgewist. Bij het inpakken van de toverbus komt een ware kinderdelegatie van het zigeunerkamp toezien of alles goed gaat. Rond negen uur rijden we, uitgezwaaid door vele bekenden de poort uit, Munkacs uit, richting het huis van Sándor Kovacs. Afgelopen zondag hebben we al met Sándor afgesproken dat we hem vandaag zullen opzoeken. Het is soms even lastig om de weg te vinden. Zo vragen we ons onderweg af wie er op een gelijkwaardige kruising voorrang heeft een toverbus of een paard? Aangezien het paard geen knipperlicht aan heeft en ook geen poot uitsteekt gaan wij voor. Sándor rijdt het laatste stukje naar zijn huis voor ons uit. Hij komt net van het land waar hij samen met zijn medewerkers al tijden bezig is om 1000! Hectare grond in te zaaien. Een grote klus waarbij hij in het begin van 0400 tot 2300 uur werkte en na enkele weken is over gegaan op een werkrooster van 0600 – 2300. We zijn extra dankbaar dat we van zijn kostbare tijd gebruik mogen maken.

Bij ons contactpersoon voor de projecten die we met de groep uit Assen-West willen houden komende herfst bespreken we de mogelijkheden. We lopen uiteraard ook tegen enkele onmogelijkheden aan, maar die vallen in het niet bij de werkzaamheden die wel gedaan kunnen worden. Aan de ene kant is het mooi dat we veel kunnen doen. Aan de andere kant is het jammer dat dit nodig is. Zo worden we toch weer bepaald bij de moeilijkheden die er in het land zijn. Het uurtje bij Sándor is erg goed. Mede omdat hij goed Nederlands spreekt, kunnen we veel punten bij

langs en hebben we een nuttige bespreking. Het laatste puntje van onze ‘agenda’ wordt aangesneden door ome Simon. Hij vraagt aan Sándor of we de meegenomen kleding voor de zigeuners bij hem kunnen achterlaten. Sándor komt echter met een tegenvoorstel. Hij wil graag met ons naar het zigeunerkamp rijden. Ondanks de drukte op zijn boerderij is hij bereid om mee te rijden en met dominee Ferry, de ‘leider’ van het zigeunerkamp, de kleding uit te delen. Samen met deze vriend van Karsci die ook wel Goeleso genoemd wordt, rijden we het zigeunerkamp op. Bij vier gezinnen gaan we naar binnen en zien we de armoede in al zijn hevigheid voorbijkomen. Veel kinderen, weinig ruimte. Weinig tot geen kleding en schoeisel en veel rook uit de kachel. De mensen zijn blij met de kleren en we hopen dat ze het goed kunnen gebruiken. Dat is aan hen en aan dominee Ferry.

Het o, zo, frisse toilet achter de kerk in Barkaszo wordt nog even getest door Cor. Als hij terugkomt van ’t huuske wordt er afscheid te genomen van Ferry en Sándor. We hebben nog één doel van onze reis niet behaald. Voordat we weggingen uit Nederland hebben we Gerrit-Jan nog gesproken. Hij heeft niet alleen een HumaniTas meegegeven die we net kwijt geraakt zijn, ook een cadeautje voor de familie van Michu en Rosie in Rafanja behoort tot onze bagage. Deze mensen hebben gevraagd of GJ de peetvader van hun dochter Dorina wil zijn. Dit kan hij niet waarmaken, een cadeautje kan hij wel meegeven. Voor het eerst deze trip rijden we verkeerd, maar ons foutje wordt snel gecorrigeerd en zo kan het dat we voor het huis staan waar we zeven maanden daarvoor dagelijks aan het werk waren. Het valt ons meteen op dat er van de tuin een mooie moestuin is gemaakt. Ook zien we Michu bij het huis aan het werk. Hij woont er nog niet, later zullen we horen dat dat komt, omdat hij de papieren voor de elektrische aansluiting nog niet in orde heeft. Als dit klaar is gaat het gezin haar intrek nemen in het huis. Michu laat ons het huis van binnen zien. De mooie flats-werkzaamheden hebben resultaat gehad. Het huis ziet er netjes uit. Ook de balk met daarop Assen-Hollanda heeft de prominente plek gekregen waar het voor bedoeld was. Het naambordje ligt nog netjes aan de kant, klaar om te worden opgehangen. Het zal waarschijnlijk gebeuren precies op dat moment dat de tijd er rijp voor is. Vooral niet eerder.

Michu neemt ons mee naar het huis waar hij nu met Rosie en de kinderen woont. Zeer hartelijk worden we ontvangen. Rosie zet meteen stoelen voor ons klaar. We vergeten er op te zitten omdat we vol bewondering staren naar het mooie baby’tje dat daar ligt te slapen. Dorina laat zich door niets of niemand afleiden en slaapt stug door. Middels een foto van GJ kunnen we duidelijk maken dat we het cadeautje van hem meegekregen hebben. Naar goed Oeks gebruik wordt het pakje aan de kant gelegd, ze zullen de inhoud zien als wij de deur uit zijn.

Ons achterste heeft het stoeloppervlakte nog maar net bereikt of de koffie staat al op tafel. Deze uitnodiging, dit gebaar van gastvrijheid, het kost ons moeite, maar we slaan hem af. Of toch niet, we krijgen het niet over ons hart. Dat half uurtje later de grens over maakt ook niet uit. We genieten nog een half uur van de enorme gastvrijheid die de hele week al aan ons wordt getoond. Voor GJ krijgen we nog een kleinigheidje mee en Rosie vraagt nog hoe het met zijn kindje is. We vertellen dat Rosanne, een meisje gezond ter wereld is gekomen. Het moeilijkste is, dat ze vragen om een foto van Rosanne. Nou heeft pleegopa Simon wel een foto van Elise Broeksema. Het besluit is snel gemaakt. De komende vijf minuten heet Elise Geen Elise maar Rosanne en is GJ de trotse vader van deze kleine schat. Een stel blije Oekraïense ogen kijken ons aan. Wij kijken blij terug en maken ons op voor een ritje naar Zapzsony, richting de grens. Bij het vrouwenhuis stoppen we voor een fotootje en willen we vol gas door. Maar terwijl we naast het voetbalveld van de ‘Zapszonische Schenentrappers’ rijden zien we in de verte de lampjes van de spoorwegovergang rood worden. We maken van de nood een deugd en

schieten nog een fotootje. Gewoon, omdat het kan.

Voordat we de grens over gaan, willen we nog graag de tank volgooien. Met een dieselprijs onder de €0.90 kan dat zeker uit. We zien nog een paard die voor de gang staat en even later staan we netjes te wachten bij de grens. We zijn benieuwd. Gaat het deze keer wel goed met de bus? Of willen ze weer een hele euro belasting om hun land van een bankroet te redden? Wat de precieze bedoeling van de ambtenaren is zal ons wel nooit duidelijk worden. Het enige dat we zeker weten is dat we 50 minuten doen over de passage van beide grenzen, waarbij we aan Oekraïense zijde 20 minuten hebben gewacht op een speciaal plekje, zonder opgaaf van rede. De andere 7 minuten gingen verloren aan het checken van paspoorten. Wat kan je op zo’n moment blij zijn met een Hongaar in een politiepak. Meneer weet van wanten, stelt duidelijke vragen en laat ons snel gaan. Zijn collega’s van douane en de financiële afdeling hebben ook weinig moeite met ons en zo rijden we weer een stukje verder richting de beschaafde wereld. Ons avontuur in Oekraïne is afgelopen, de reis begint nu pas.

Met Carolien achter het stuur zetten we deze middag in rap tempo koers richting Budapest. Onderweg is er genoeg tijd om een boel te typen, om onze verhalen aan het papier toe te vertrouwen. Uiteraard bedoelen we toevertrouwen aan het toetsenbord, maar dat even tussen drie haakjes. Terwijl we Budapest arriveren en voorbijrijden wordt onze aandacht afgeleid door dat ene vliegtuig van Ryan air. Het is eerder in dit reisverslag genoemd en we zijn benieuwd hoe het met Shaun en zijn vrienden is. Gelukkig hebben we elkaars e-mailadressen. We zullen snel contact op nemen.

Voor je het weet is het dan alweer 40 kilometer verder en rijden we aan de andere kant van Budapest. Het begint schemerig te worden, tenminste, dat denken wij. We stoppen bij een Agip tankstation en Simon besluit de voorruit van de bus eens schoon te maken. Ongeveer 64349 dode vliegen worden professioneel verwijderd en de schemering blijkt mee te vallen. Toch liegen onze maagjes niet. Het is tijd voor koffie en een broodje warme worst. Een bekend recept wordt klaargemaakt door Simon, terwijl Cor het Wi-Fi netwerk van Agip uitprobeert. Het netwerk werkt werkelijk fantastisch en we hebben even contact met de familie Verkade en de leden van de werkgroep uit Assen-West. Na de maaltijd is het tijd om de korte broek in te ruilen tegen een lang exemplaar. Ook willen we tegen een frisse snavel aanlopen. Zo gezegd zo gedaan. We wassen onze handen, poetsen onze tanden en rijden verder, op naar de volgende vier landen. We zijn opweg naar tante Jet en de kleine Clio.

De landen volgen elkaar in een rap tempo op. In het inmiddels duistere midden-Europa ruilen we Hongarije in voor het altijd gezellige Slowakije. Deze keer staat er geen man met zelfmoordneigingen midden op de snelweg. We kunnen rustig verder rijden. De rit gaat voorspoedig en we wanen ons steeds meer in de beschaafde wereld. De verschillen in levensstandaard zijn zeer duidelijk te merken. Zo beteken de borden in Slowakije bijvoorbeeld heel wat anders dan in Oekraïne. Het bord dat in Slowakije aangeeft dat er bij regen slipgevaar kan ontstaan, interpreteren we in Oekraïne als een opdracht om tussen de gaten door te slingeren. Het is weer even wennen, maar voor we het doorhebben zijn we weer ouderwets westers aan het denken. Aan onze rechterkant zien we het mooi verlichte kasteel van Bratislava nog één keer naar ons kijken. We volgen net als de heenweg de Tom Tom, die ons ditmaal niet door de hoofdstad heen leidt, maar een snelweg heeft ontdekt die

ons om de stad stuurt. Een uur later zijn we dan ook al in Tsjechië.

Het bijzonder is dat we deze rit nog maar weinig tussenstops hebben hoeven maken. De blazen van de deelnemers aan deze pelgrimstocht houden het goed. En zonder verdere problemen komen we om 01:00 uur aan bij wereldstad Praag. Graag zijn we voor één nacht inwoner van deze omgeving. Om dat te bewerkstelligen parkeert Simon de bus aan de kant van de snelweg tussen de vrachtauto’s. Met een lichtelijk Calimero gevoel hangen we de gordijnen op, poetsen we de snavels nogmaals en leggen we ons ter ruste. We hebben deze dag al genoeg beleefd. Want zeg nou zelf, wie rijdt er regelmatig door vier landen op één dag? Er zijn dagen dat het ons niet lukt.

Nog even voor de wekker gaat, liggen de belhamels van het gezelschap al weer snel met elkaar in de clinch. Het is op dat moment kwart voor 6 in de ochtend. De heren hebben tegelijkertijd een doosje pubergedrag gevonden en bestoken elkaar midden in Tsjechië met hun kussens. Een kussengevecht op de parkeerplaats naast de snelweg is het begin, een lachsalvo en een vrolijk begin van de laatste reisdag het resultaat. Zoals eerder gememoreerd zijn we op weg naar tante Jet en de kleine Clio, maar eerst willen we graag wat te eten hebben. Vanaf ons plekje op de parkeerplaats rijden we naar het dichtstbijzijnde tankstation. Het valt ons al gauw op dat de wind een stuk harder waait dan de dagen voorheen. Het suizen om de auto is nog niet zo hard geweest. Voor de zekerheid checken we nog even of alle ramen dicht zitten. Ook de deuren worden gecontroleerd en er lijkt niets aan de hand. Als laatste optie bekijken we de dakklep van de auto. Zit die eigenlijk wel goed dicht? Het euvel is gevonden. Het dak van de auto blijkt niet helemaal vast te zitten en laat het nodige lawaai binnen. Cor houdt het handvat goed vast terwijl Simon de auto naar de parkeerplaats van het tankstation rijdt. We komen veilig tot stilstand. Je moet er toch niet aan denken wat er was gebeurd als het dak open geklapt was. We sluiten we het dak en gaan we op zoek naar wat vulling voor onze hongerige magen.

Het broodje gezond in de schappen lacht ons hartelijk toe. We besluiten drie vrolijke exemplaren mee te nemen en nuttigen het broodje in de auto. Samen met een zeer sterke bak koffie maakt het ons weer klaarwakker. Cor neemt plaats achter het stuur, Carolien gaat naast hem zitten en terwijl Simon de achterbank van dichtbij bekijkt rijden we richting Praag. We zijn helemaal in Tsjechië, er is geen twijfel over mogelijk. Zelfs de radio sproeit Tsjechisch over ons uit. Bij het wisselen van de CD is er namelijk iets niet goed gegaan. Carolien vond het tijd dat haar favoriete CD gedraaid zou worden. Omdat er geen gegronde bezwaren werden ingediend werd het schijfje al snel opgeslokt door de gulzige autoradio. Vol spanning wachtten wij op de muziek die onze oren zou verwennen. Enkel een ‘bliep’ viel ons ten deel. We gingen maar eens op onderzoek uit en zagen dat het display van de radio een boodschap voor ons had. Het apparaat wist ons te vertellen dat er geen CD in de speler zit. Omdat wij zeker wisten dat de radio ongelijk had, begon hier een bijzondere uitvoering van de wereldberoemde musical ‘welles nietes’. Helaas trokken wij voorlopig aan het kortste einde. We besloten de CD dan maar uit te laten spugen door onze opponent. Maar ook dat was te veel gevraagd op deze vroege donderdagmorgen. De optie om met een snelheid van 120 kilometer per uur ruzie te gaan schoppen met de CD speler werd al snel van de hand gedaan en zo kwam het dat we naar de RTV Tjechië luisterden. Gelukkig kreeg Simon al snel het lumineuze idee om enkele Cd’s in de CD wisselaar te stoppen. De selectie was snel gemaakt en zo klonk er al snel vertrouwde muziek door vehikel.

Na de strijd met de radio deed een ander elektronisch apparaat onze wenkbrauwen fronsen. De Tom Tom was deze keer aan de beurt. Na het plotseling wel kunnen vinden van de rondweg om Bratislava heen, kreeg onze elektronische landkaart het nu opnieuw op de heupen. De stad Praag naderde en meneer Tom had besloten om een andere weg dan de heenweg te gebruiken. In tegenstelling tot het gedrag van de radio, hadden wij hier niet veel moeite mee. Het centrum van Praag is namelijk erg mooi. We reden meerdere malen over en langs de vieze bruine Donau en zagen meerdere oude, culturele gebouwen van dichtbij. Via hoofdstation Praag centraal en de plaatselijke dierentuin reden we door deze wereldstad.

Ook de natuur tussen Praag en Duitsland is zeer mooi. Met de zon als spotlicht werd ons een schitterend tafereel getoond. De gele koolzaadvelden strekten zich uit zover als we konden zien. Ook het berglandschap is zeer indrukwekkend. Die ene berg midden in een vlak landschap, maar ook de bergrug daarachter met meerdere bergtoppen doen ons onder de indruk zijn van de mooie schepping. Om in Duitsland te komen moesten we echter door de bergen en het mooie landschap heen. Geen straf, soms wel een uitdaging. Voor motorrijder in hart en nieren Simon, bracht dit een mooi moment met zich mee. Hij lag namelijk rustig op de bank achter in de bus toen er een scherpe bocht aan kwam. De combinatie van het liggen en deze bocht, zorgde ervoor dat Simon zelfs met zijn bus plat door de bocht kan. Een grootse prestatie, geleverd zonder al te veel inspanning.

Bij het passeren van de stad Döbeln gingen de gedachten van Carolien nog weer terug naar het badhuis. De vele potjes Yahtzee passeerden de revue en Simon dacht aan de vele keren Full House die hij overbodig gooide. Vlak na Döbeln was het tijd voor een korte pauze. De bus werd aan de kant gezet en de thee en koffie waren in de maak toen we ons weer lieten verbazen door het stukje techniek in de auto. Carolien haar mond viel wagenwijd open en haar ogen werden drie maal zo groot. De heren keken haar niet begrijpend aan. Carolien hoorde het eerste nummer van haar lievelings CD, terwijl die toch welles of toch nietes in de CD speler zou zitten? Het elektronisch speeltje was waarschijnlijk tot inkeer gekomen en bleek toch wel een CD te herkennen. Voordat meneer de radio anders zou gaan denken hebben we de CD snel uit zijn snavel getoverd en waren we weer gerustgesteld.

Om een uur of één hebben we onze laatste stop. In Duitsland gooien we de tank nog eenmaal boordevol en besluiten we een broodje met bockworst te kopen. De worst, drie maal zo groot als het broodje staat misschien wel symbool voor de picknicken en maaltijden met worst die we eerder hebben gehad. Ook dit stukje vlees smaakt zeer goed en de laatste etappe kan beginnen. Voor de eerste keer deze reis komen we in een file te staan. Het is gelukkig geen stilstaand geheel, maar een langzaam rijdende rij. We beseffen weer hoe goed de reis eigenlijk gaat. Terwijl we een lekker mandarijntje met een sinaasappel huidje naar binnenwerken is de file ook alweer voorbij. Het heeft ons welgeteld 11.02 minuten gekost. Een kleinigheidje op een reis die uiteindelijk 3752KM gaat duren.

Op het Julianaplein in Groningen, we zijn bijna thuis, staan we weer even stil. De zon die in Oekraïne onze grote vriend bleek, is ingeruild voor veel water. Het regenen lijkt maar niet op te houden en voor de motorrijder die naast ons in de rij komt te staan kunnen we alleen maar respect opbrengen. Na de platte bocht uit Tsjechië denkt Simon nog steeds op de motor te zitten. Naar goed motorrijdersgewoonte besluit hij de man naast ons te groeten. Deze kijkt ons niet begrijpend aan en groet beleefd terug. Om de man een hart onder de riem te steken besluiten we het raampje open te doen en zeggen hem: “Volhouden hoor, we zijn trots op je”. Of meneer de coureur er wat aan heeft valt te bezien, wij hebben in ieder geval weer een lolletje. Carolien gooit er nog een schepje bovenop door een paspoortcontrole uit te voeren. Je weet immers maar nooit in dat gekke Nederland.

Om 17:30 uur komen we de Zaanstraat ingereden. We zijn 7 dagen weggeweest, hebben 35 verschillende nationaliteiten ‘gespot’ onderweg en zijn 3752 KM ervaring rijker dan een week eerder. Bij huize Broeksema worden we zeer hartelijk ontvangen. De koffie staat klaar. Alle dank daarvoor gaat naar tante Jet, van de kleine Clio. De gebroeders Sander staan ons op te wachten met een bosje mooie bloemen en ook Remon komt ons even begroeten. Wat fijn om ook in Nederland zo hartelijk ontvangen te worden. Zeker wanneer we horen dat de andere mensen van de werkgroep ook wel wilden komen maar helaas niet konden. Geen nood, we gaan elkaar vast zien. Na de eerste verhalen te hebben gedeeld worden ook de eigendommen weer verdeeld. De kleine Clio gaat met de Verkades mee naar de Lingestraat om een klein patatje op te halen, vervolgens eindigt hun rit aan de Eem. Ook de grote bus wordt nog eenmaal ingezet deze dag. Henriëtte brengt hem nog snel langs de patatboer. De reis is afgelopen, we zijn moe. Maar we zijn vooral zeer blij en gezegend. God is goed, Isten jó. We beseffen dat zijn grote genade dit alles heeft mogelijk gemaakt en zijn vol positieve energie om ZIJN werk voort te zetten. Het kan niet anders of dit verhaal

…wordt vervolgd…