Reisverslag 9 en 10 oktober 2020

Ja, dat leest u goed: Reisverslag van 9 en 10 oktober 2020. Maar dit is geen gewoon reisverslag. Graag hadden we u nu willen vertellen over de heenreis. Over de files, de brakke nacht in de bus, het verkeerd rijden op de ring van Boedapest, het lange wachten voor de grens en de (hernieuwde) kennismaking met het land Oekraine. We waren er klaar voor geweest. Na vele informatieavonden, acties en vergaderingen was dit het moment geweest. Voor de laatste keer verzamelen in de Maranathakerk, afscheid nemen van vrienden en familie. Tot over een week en daar gaan we! Maar het liep net even anders. Tijdens de voorbereidingen voor deze reis werden we geconfronteerd met corona en dat maakt nu dat we niet gaan.

En toch willen we deze week niet gewoon voorbij laten gaan. Die ene week in oktober is onderdeel geworden van het leven van vele deelnemers, thuisblijvers en belangstellenden. En het voelt raar om te moeten schrijven: editie acht is uitstelt tot 2021. In de komende zeven dagen kijken we terug op 7 jaren Assen voor Oekraine. We stoffen de oude reisverslagen af en gaan op zoek naar nog nooit eerder vertoonde foto’s. Fysiek zijn we er dit jaar niet maar in gedachten reizen we af naar Oekraine.

Reizen naar Oekraine doe je niet zo maar even. Zeker met een groep zit er best wat voorbereiding in zo’n reis. Het begint allemaal met het vaststellen van de reisdata in januari. Daarna de eerste informatieavond: we gaan weer, wie wil er mee? De drukbezochte opgave en de vaak meer dan volle lijst kunnen we afstrepen van de checklist. Meer informatieavonden volgen. Waar moeten we met elkaar om denken? Wat verwachten we als werkgroep van de deelnemers en wat mogen zij van ons verwachten? Praktische zaken worden geregeld en, heel belangrijk, de acties worden bedacht en in de maanden daarna uitgevoerd.

Drie tot 4 weken voor de reis is de laatste informatieavond. En alle avonden zijn belangrijk maar deze toch een beetje meer. Alle voorbereiding komt hier bij elkaar. De draaiboeken voor reis en kinderwerk liggen klaar, we weten ongeveer wat er gebouwd gaat worden en samen gaan we er nog een keer doorheen. De definitieve vertrektijd wordt afgesproken en dan kan het grote aftellen beginnen.

De dag van vertrek is lang en vermoeiend. Het is nog vroeg als de voorbereidingen al in volle gang zijn. De bussen worden opgehaald bij het verhuurbedrijf. Al het papierwerk wordt goed gecontroleerd en daarna voorzien van een heleboel handtekeningen. De bussen worden geïnspecteerd. Veiligheidshesjes, check. Goede banden, check. Vloeistoffen, check. Groene kaart, check. De papierwinkel wordt naar de notaris gebracht voor een laatste check, nog veel meer handtekeningen en de nodige verklaringen. De bussen zelf worden uitgerust met een laagje stucloper tegen de oekse modder, navigatieapparaten en een portofoon zodat we onderweg contact kunnen houden. En thuis staan de tassen klaar, of bedenkt ineens iemand dat het wel fijn is om schone kleren mee te nemen…

Daar gaan we dan! De tassen zitten in de bus. De paspoorten zijn aanwezig, de koppen geteld. Voor dat we gaan vragen we eerst om een zegen over de komende reis. Een reis kan nog zo goed voorbereid zijn, die zegen, die is het meest belangrijk. En wat is het geweldig dat we met elkaar die zegen mogen ervaren tijdens de reis! De motoren zijn gestart, de veiligheidsriemen zitten vast. Aan de kant van de Groen van Prinstererlaan rijden we het kerkplein af. Links af de Nobellaan op. De toeters maken overuren want iedereen zal het weten, Ukraine here we come!

Onderweg is het nooit saai. Meezingen met de radio, een goeie mop, lekker kletsen over van alles en nog wat of een dutje in een hoekje van de achterbank. De kilometers asfalt flitsen onder ons door. En soms zien we lange tijd hetzelfde stukje asfalt. We staan weer eens in de file. ‘S avonds zoeken we langs de snelweg een plekje om de warme maaltijd te nuttigen. Mc Donalds is de favoriete maaltijd van een de van de reisleiders en in de eerste jaren belanden we dan ook steevast bij restaurant de gouden bogen. In 2014 zijn 3 “dissidenten” het niet zo met deze keuze eens. Zij voeden zich met een heerlijke pizza. In latere jaren belanden we vaak bij Serways, om precies te zijn de Serways bij Lehrte Sud.

Met een volle maag rijden we daarna de nacht tegemoet. Na Dresden verruilen we de Duitse autobahn voor de nog steeds goede wegen van Tsjechië. Hiervoor moeten we door een aantal tunnels. De snelheidslimiet is hier 80 km/h en daar kun je je maar beter aan houden. Een boete, en die zijn gelukkig niet zo heel duur, heb je er zo te pakken merken we. En ondanks dat het sneu geld blijft is het een mooie herinnering. Slapen daarentegen heeft meer weg van een slechte droom. Echt lekker ligt het gewoon niet in een bus. Een kussen en dekentje verzachten de pijn een beetje maar hangen in een autogordel is geen natuurlijke houding. Slapen op de bagage achterin de bus of tussen de banken op de grond is een betere optie maar de veiligheid is drie keer niks. Hoe goed het idee ook is, we doen het niet weer. Gedurende de nacht stoppen we een aantal keer. Vignetten worden gekocht, de bus van verse brandstof voorzien, we legen onze blaas, halen nog meer koffie om wakker te kunnen blijven en de rokers voorzien zichzelf van de nodige nicotine.

Zo rijden we langzaam het licht tegemoet. Wat een prachtig schouwspel is dat! De lucht kleur rood oranje en langzaam verschijnt er een prachtig landschap. Hoe ver we op dit moment zijn hangt af van vele factoren. Hoeveel file hebben we gehad, zijn de chauffeurs een beetje fit, moeten we vaak stoppen voor een plas en rookpauze en zo kunnen we nog wel een paar redenen bedenken. Hebben we geluk dan zijn we in de buurt van Boedapest, maar helemaal aan het begin van Hongarije is ook geen uitzondering. Met het terugkeren van het licht stijgt ook het volume is de bus. Het is tijd voor het ontbijt of een MC flurry bij -5. Tijd om de tanden te poetsen en om het kind in onszelf even naar boven te laten komen.

Met hernieuwde energie gaan we weer op pad. De M0 bij Boedapest wordt gepasseerd en verruild voor de relatief nieuwe M3. In de uren die volgen komen we langs plaatsen met lange en moeilijke namen maar voor ons zijn ze inmiddels bekend geworden. Zo passeren we Gyöngyös, Miskolc, de afslag naar Debrecen, Nyíregyháza en komen we uiteindelijk aan bij het benzinestation in Vásárosnamény. Dit is onze laatste stop voor de grens. Hier is er tijd om de benen te strekken, de blaas te legen, het nicotinegehalte weer op pijl te brengen en om de paspoorten klaar te leggen.

Via kleine dorpjes rijden we naar het grensplaatsje Barabás. Barabás zelf stelt niet zo veel voor. Een flauwe bocht naar rechts en dan zien we het staan. Een grote overkapping met rood dak, een heleboel borden met allerlei geboden en verboden. We zijn bij de grens en sluiten rustig aan. Soms zit het mee, soms zit het tegen. De kofferbak moet open, de zijkanten van de bus worden beklopt op eventuele ruimtes met smokkelwaar en er wordt gecontroleerd wie we zijn. Als de slagboom open gaat hebben we de eerste horde genomen. We zijn de EU uit.

Met het ophouden van de EU stopt ook de subsidie. Die lijn valt niet te missen, de weg is ineens een stuk slechter geworden. Zo mooi en goed onderhouden als de Hongaarse kant is, zo lelijk en vervallen is de Oekraïense kant. De beambten zijn er een stuk minder vriendelijk, de hond een stuk valser en de beheersing van de Engelse taal is er een stuk minder. De controle is er een stuk strenger en duurt vaak langer. We wachten geduldig, stappen uit als ze het vragen en op verzoek willen we de tassen ook wel even open doen. Als alles oké is bevonden krijgen we een stempel op het inrijkaartje en mogen we de grens passeren. Als de drie bussen de grens gepasseerd zijn maken we ons op de voor de laatste kilometers.

Aan het einde van de weg die naar de grenspost leidt gaan we rechtsaf. De bus schommelt verschrikkelijk en we doen er alles aan om de grootste gaten te ontwijken. Bij de pinautomaat gaan we linksaf en we passeren garage Bolt. De lange rechte weg vol gaten brengt ons bij de volgende kruizing. We gaan rechtsaf de bult op. Deze weg is redelijk de bussen schieten dan ook vooruit. Tijdig remmen om linksaf Zapsony in te rijden. Deze weg bestaat uit allemaal “kinderkopjes”, ik kan me vergissen maar door de jaren heen lijkt hij beter te worden. Er volgt een scherpe bocht naar links, die weg volgen betekent uitkomen bij de kerk in het midden van het dorp. Rechtdoor is ook een optie. Deze weg is minder goed begaanbaar en heeft halverwege een heel smal bruggetje. Achter het bruggetje ligt heel mooi glad asfalt. Die weg heeft mijn voorkeur. Na een paar meters glad asfalt gaan we linksaf. Ook hier glad asfalt. Einde van de weg rechts, gedaan met de mooie weg. De spoorwegovergang komt is zicht. Stoppen voor deze overweg is verplicht en dat doen we dan ook braaf. Aan de andere kant van de overgang aangekomen wacht ons een soort maanlandschap. Het is een kwestie van kiezen tussen vele diepe kuilen. Rustig rijden we door. Beetje links, beetje rechts, toch verkeerd gekozen maar we komen er wel. Aan de linkerkant is het, huize Lelie. Het is onze slaapplaats voor de komende week. Het was bijna 1700 km rijden maar het voelt als thuiskomen!