Na een korte nacht van welverdiende rust, staat om half acht het ontbijt weer klaar. Gelukkig is er deze morgen weer koffie. Om half negen vertrekken we weer richten de school en het daarnaast gelegen in aanbouw zijnde badhuis, onderweg konden we de vuilstort links (en rechts) laten liggen. Voor het eerst deze week arriveren we volgens de planning precies om negen uur, zodat iedereen op tijd met zijn of haar taak kan beginnen. Echter door de hoeveelheid modder op de bouwplaats door de regen van gisteren, kunnen we niet voor de bouwplaats parkeren, maar aan de kant van de weg.
Bij het kinderwerk, wordt het verhaal van de barmhartige Samaritaan op beeldende wijze opgevoerd. Voor sommige kinderen is dit nogal spannend, we gaan er dan vanuit dat de boodschap goed overgekomen is. Vervolgens word er weer lekker geknutseld en lopen er steeds meer kinderen met een felgekleurd dierenmasker rond.
Op de bouwplaats kunnen we na de regen van gister weer lekker aan de slag. Vanwege de regen word dan ook vandaag de dakgoothoogte van het badhuis pas bereikt. Ook het plafond van de school word zo ver afgemaakt als dat de hoeveelheid hout toelaat. Nadat er de hele morgen gezongen, gesjouwd, gezaagd, gespijkerd en gewacht werd, staat er tussen de middag weer een maaltijd voor ons klaar, vandaag gaan de bordjes gelukkig wel leeg, wat betekent dat het ditmaal volgens onze tolk (Ruslan) “goed te kanen” is. Na onze buiken weer goed gevuld te hebben, zijn we nog even lekker aan de slag gegaan.
Rtv Drenthe. Gisteravond vlak voor het eten gaat de telefoon van Gerritjan. Berichtje uit Nederland. Je wordt morgenvroeg gebeld voor een interview met rtv Drenthe. SLIK! Met dank aan enkele personen in Nederland. De volgende ochtend wordt hij al vroeg gebeld door iemand van de radio. Om 12.15 bent u live te horen op de radio. En wat ga je vertellen. Tussen de middag vertrekt Gerritjan stijf van de zenuwen richting geen idee waarheen om zijn praatje voor te bereiden en om te bellen met rtv Drenthe. Ruim anderhalf uur later keert hij terug en deelt mee dat het allemaal goed is gegaan met het belletje. Het resultaat zal u ongetwijfeld niet zijn ontgaan.
Rond een uur of drie worden we bijeen geroepen door Dhr. Dijk en worden we allemaal voorzien van een tas met kleding die we uit Nederland hebben meegekregen. Dit betekend dat we onder begeleiding van Ferry het kamp op gaan om kleding uit te delen aan de armste gezinnen. Na een paar tientallen meters door de blubber te hebben gesjouwd, komen we aan bij het eerste huisje waar een echtpaar woont met een gehandicapt kindje. Wat geeft dit een dubbel gevoel om ouders te zien die niet de mogelijkheden hebben het kind goed te verzorgen, maar toch zo ontzettend fijn om te zien dat dit kind nog bij de ouders is, omdat gehandicapte kinderen in deze cultuur vaak niet geaccepteerd worden, en dan ook vaak ergens gedumpt worden. Wat heerlijk om dan als rijke westerlingen deze mensen een klein steuntje in de rug te kunnen geven door een paar setjes kleding achter te laten.
Onderweg naar het tweede huisje, wat waarschijnlijk niet veel groter is als het eerste (ongeveer 2 bij 3 meter), komen we een paar kindertjes tegen waarvan het jongste jongetje niet meer aan had als een vies T-shirtje en een paar smerige laarsjes. Vreselijk om te zien hoe dit jongetje bijna naakt in de modder naar ons staat te kijken. En wat mooi dat je op zo’n moment tassen kleding bij je hebt wat je uit mag delen. En wat een sprekend beeld hoe iemand van ons dit jongetje een broekje aantrekt.
Uiteindelijk hebben we zo’n acht a tien van deze huisjes bezocht, waar ze meestal met meer dan zes mensen wonen, waar vaak maar één bed staat, en waar vaak de geur je buiten al tegemoet komt. Voordat we het kamp af kunnen lopen komt er nog een vrouw op ons af met een klein kindje op de arm, ze laat zien hoe dat haar kindje onder de smetplekken zit, ze vraagt om pampers voor de kleine, helaas hebben we die niet. Het geeft een naar gevoel om zo weg te lopen zonder iets voor haar te kunnen betekenen. Dit maakt wel duidelijk dat de hulp hier nog lange tijd nodig is.
Wat leuk is om te vermelden, is dat we met een man of vijfentwintig het kamp opgingen en we toen we er af liepen de groep gegroeid was tot een man of zestig, doordat er steeds meer kinderen zich bij ons gevoegd hadden.
Na deze bijzondere ervaring hadden we geen tijd en vooral geen zin meer om onze klussen weer op te pakken. We gaan op weg naar het naastgelegen dorp waar Ds. Sándor woont. Hier kijken we bij een zigeunerschool die tien jaar geleden is gebouwd. Mooi om te zien hoe “onze” school er in de toekomst uit kan komen te zien. Nadat we door een aantal kinderen in de naastgelegen kerk met meerdere liederen (waarvan we een aantal konden meezingen) zijn toegezongen, zetten we weer koers richting ons logeeradres. Onderweg stopt bus 3 nog even om wat drinken en taart voor de verjaardag van Tessa (morgen) te kopen in de buurtsuper. Eenmaal aangekomen in het vrouwenhuis staat er weer een warme maaltijd gereed. Ditmaal staat er voor de verandering weer soep op het menu, met als bijgerecht weer heerlijke oliebollen. De soep van vanavond is trouwens de lekkerste van de week.
Na de maaltijd gaat Gerrit-Jan, vergezeld door nog een aantal, een poging wagen om in het dorp nog wat chips te halen omdat we deze waren vergeten te kopen. Helaas hebben ze er niet aan gedacht dat de taarten van Tessa nog achterin de bus staan, en wat er dan gebeurt met een aantal taarten als je met een gangetje van tachtig kilometer per uur over deze wegen rijdt kunt u zelf wel bedenken. De smaak zal er niet minder om worden. tot overmaat van ramp blijkt de winkel dicht te zijn, en moeten we deze avond zonder chips doorbrengen.
Nadat iedereen om dit verhaal uitgelachen is verzamelen we ons in het kantoortje om de radio-uitzending van radio Drenthe terug te luisteren, wat met een luid applaus beantwoord wordt door een enthousiaste groep die dit niet beter had kunnen verwoorden. Verhaal nog niet gehoord? Klik dan hier.
Ook deze avond hebben we weer een Bijbelstudie op het programma staan. De vraag van vandaag is of we deze dag onze tijd goed hebben besteed. Het antwoord is voor ons niet zo moeilijk, het gaat dan ook al gauw weer over onze ervaringen op het kamp vanmiddag, en hoe je daarmee je naaste tot zegen kan zijn.
Op het moment van schrijven zitten we allemaal onder het genot van een drankje zonder hapje gezellig in de eetzaal na te praten over deze bijzondere dag. Het is dan ook tijd om af te sluiten en mijn biertje verder op te drinken. Hoogstwaarschijnlijk is dit het laatste verslag vanuit Zsapsony omdat we morgen na een half dagje werken weer hopen te vertrekken richting Nederland. Zaterdagavond zult u onze avonturen van de terugreis kunnen lezen op de website.
Hieronder volgt nog een leuke anekdote van gisteravond:
Betrokken personen: ,Tim, Tom, Martine, Jacob en Thijs (en Mark).
Onderwerp: camera
Tom vindt beneden tussen de schoenen een camera die het eigendom blijkt te zijn van een zekere Mark Janssen. Mark ligt al lekker in zijn bed te ronken en we besluiten om de overgebleven fotoruimte op het toestel van mark te vullen met beeldmateriaal. De bloempot, de asbak, de nacht, de hond, de koeienvlaaien voor de deur, en wijzelf uiteraard worden op vakkundige wijze vastgelegd. Vervolgens leggen we de camera weer naast Marks bed en gaan we zelf ook naar bed. Als Mark de volgende ochtend wakker wordt kijkt hij verbaasd naar de camera terwijl hij zich afvraagt of hij hem er zelf heeft neergelegd. Niet verder nadenkend gaat hij over tot de orde van de dag. Later op de dag kijkt hij een aantal foto’s terug en ontdekt dat er een aantal foto’s op zijn camera staan die hij niet zelf heeft gemaakt. Hij begrijpt er niks van! We hebben Mark maar even uitgelegd hoe de zelfontspanner van zijn camera werkt.