26 oktober 2013

Dit is al weer het laatste verslag van de reis naar Oekraïne die we hebben gemaakt. Als ik dit schrijf zit ik thuis achter mijn computer in een warm huis terwijl het buiten hard waait. Het weer hier in Nederland is niet te vergelijken met het weer in Oekraïne waar we overdag gewoon in een T-shirt buiten konden lopen. Hier is een dikke jas geen overbodige luxe, en ook een paraplu zou niet verkeerd zijn alleen ben ik bang dat hij direct kapot zou waaien in de wind.

Voor de vliegtuiggroep gaat de wekker zaterdagmorgen ergens tussen 5 en 6. De een is er wat eerder uit als de ander maar om 6 uur staan de taxi’s weer klaar om ons naar Debrecen te brengen. Brood hebben we de avond daarvoor al gesmeerd dus ontbijten is niet nodig. Koffers in de auto en weg. Na een dik kwartier rijden komen we aan bij de grens. Er staan al een paar auto’s voor ons. De grens gaat pas om 7 uur open dus moeten we nog een tijdje wachten. Wanneer rond 7 uur dan toch de slagbomen opengaan haasten we ons naar de controleposten, we hebben immers een vliegtuig te halen. Aan de Oekraïense kant gaat alles goed en daar zijn we zo langs.  Aan de Hongaarse kant duurt het allemaal wat langer. Controle op controle op check volgt en tot overmaat van ramp worden twee van de vier taxi’s uit de rij gehaald en zeer secuur onderzocht door de heren ambtenaren. Geen millimeter wordt overgeslagen, zelfs de koffers worden onderzocht maar er wordt niks verdachts gevonden.

Na een reis van ruim twee uur komen we weer aan op het vliegveld van Debrecen. Enkele van ons denken dat het vliegtuig al om 11:10 vertrekt maar dit blijkt pas om 11:40 te zijn. We kunnen dus rustig aan doen. We checken in bij de balie waar we onze koffers direct kunnen inleveren. Vol verwachting wordt er gekeken naar het aantal kilo’s in de koffers en bij de meesten blijkt dat er een aantal kilootjes minder in zit als op de heenreis. Maar geen paniek, deze mensen hebben heel bewust een deel van hun kleren, beddengoed en toiletartikelen achtergelaten in het vrouwenhuis zodat het daar verdeeld kan worden.

Dan is het de beurt aan de douane. Alles van metaal moet op de band evenals de jas en handbagage. Ook worden we vriendelijk verzocht allemaal onze schoenen uit te trekken en op de band te plaatsen. Gelukkig heeft iedereen schone sokken aangetrokken dus nare geurtjes blijven uit. Als iedereen de schoenen weer aan heeft lopen we verder naar de gate. Daar zit met de rug naar ons toe een mannetje in een pak aan een balie. Een paar lopen vrolijk door maar dan blijkt dat dit een controlepost is en we worden dan ook teruggefloten door meneer de ambtenaar, het zou handig wezen als deze beste man zijn balie 180o zou draaien maar daar heeft hij waarschijnlijk nog nooit aan gedacht. Als ook deze controle afgelopen is begint het wachten. Onder het genot van een kopje koffie zitten we lekker op een bankje. Als het vliegtuig is geland en het personeel begint rond te lopen stellen we ons op bij de uitgang en al snel kunnen we richting vliegtuig lopen. De terugreis is niet zo druk als de heenreis dus kunnen we kiezen waar we gaan zitten. Als iedereen aan boord is worden de deuren dichtgedaan en kan de terugreis beginnen. Als het vliegtuig weer horizontaal vliegt verteld de nederlandse piloot via de intercom dat we op 11 km hoogte vliegen met een snelheid van wel 750 km/h. maar als we naar beneden kijken lijkt het wel alsof de grond maar niet onder het vliegtuig door wil.

Na een dikke twee uur in de lucht gaan de lampjes van de gordel weer aan en begint de afdaling. Even later staan we dan ook weer op vaderlandse bodem. Op het vliegveld spotten we nog even twee Herculesvliegtuigen en twee Boeings van de Luchtmacht. We rijden langzaam richting de gate en staan enkele minuten later staan we in de buitenlucht. Er staat een heus hallocomité op ons te wachten maar we moeten eerst nog onze koffers halen dus nog even geduld. Even later zijn alle koffers gevonden en lopen we naar de uitgang waar we worden begroet met spandoeken en gejuich. Er wordt geknuffeld, gelachen, handen geschud enz. enz. dan halen we de auto’s op en gaan we weer richting huis.

Alleen is er een probleem. De meesten hebben na de eerder gesmeerde broodjes niks meer gehad en verschillende magen beginnen luidruchtig om eten te knorren.  We besluiten om eerst een bezoekje aan de mac te brengen. Daar weten ze niet wat hun overkomt. Op een gegeven moment staat de hele balie vol met patat, hamburgers en mcflurries. Als alles naar binnen is gewerkt vertrekken we richting Assen. Na een reis van dik twee uur verlaten we de snelweg en rijden via de ring naar de kerk. Daar worden we opgewacht door een enorme massa die begint de klappen en te joelen zodra we uitstappen. Man, vrouw, zoon, dochter wordt eens flink gekuffeld. We zijn weer thuis.

Binnen in de kerk wacht verse, warme!koffie en een lekker koekje. Samen danken we voor een behouden thuiskomst en daarna is het afscheid nemen met een hele lading knuffels en kussen over en weer.

 

Het was een geweldige week waarin we veel hebben meegemaakt. We hebben gelachen en gehuild. Gewerkt en uitgerust. Getimmerd en gezaagd. Gestuukt en gemetseld. Stenen gesjouwd en zand geschept. We hebben gezongen en geluisterd naar muziek. Alles wat we hebben gedaan hebben we voor die mensen gedaan. Niet om ons zelf op de borst te kunnen kloppen maar om Gods liefde uit te dragen naar onze naaste. Ik hoop dat we op deze manier iets hebben kunnen laten zien van de grootheid van onze God. Elke morgen hebben we met de zigeunerkinderen gezongen dat Jezus houdt van alle kleine kinderen maar God houdt van ons allemaal, voor hem is er geen verschil tussen zigeuner en Nederlander.