Nationale voedselpakkettendag

Op deze voedselpakkettenzaterdag zijn we alweer vroeg uit de veren. Iets vroeger dan afgesproken want de dag begint al weer lekker met een Babylonische spraakverwarring. Rond een uur of 0700 krijgen we van Piet een appje dat het ontbijt over veertig minuten gesloten is. Met gezwinde spoed roetjsen we onder de douche, halen een scheermes over het kinnetje en denderen we naar beneden. Eenmaal beneden blijkt dat het ontbijt niet sluiten zal, maar nog maar net op het punt van beginnen staat. Na de eerdere stress hebben we ineens alle tijd van de wereld. Met een ochtendwandeling als prima alternatief voor de overgebleven tijd vermaken we ons alvorens we de maaltijd bestellen. Ons voedelpakket bestaat uit omelet, brood, kaas, jam thee en de broodnodige koffie. Zodra we ons voedsel achter of in en holle kies hebben verstopt komt Sandor ons ophalen om inkopen te doen voor de grote uitdeeldag.

Oekraïne is Oekraïne niet als de dingen anders gaan dan je verwacht. Nog voor we goed en wel onderweg naar de winkel zijn wordt Sandor al staande gehouden door een dappere diender in een politiewagen. Het is in dit land namelijk verplicht om ook overdag je lichten aan te doen, iets wat  onze gastheer even vergeten leek. De ambtenaar in functie dirigeert Sandor naar de kant en ziet in de politiesystemen dat er nog een boete open staat. Waarvoor deze boete was? Voor het niet voeren van goede verlichting. De openstaande boete is echter wel betaald en onze vrolijke recidivist weet dit met een foto van het bonnetje te bewijzen.

Het heeft even geduurd maar we hebben groen licht om naar de plaatselijke Sligro te rijden. Aldaar besluiten we de winkeleigenaar van een heleboel spullen af te helpen. Halflege schappen worden schoon leeg en de vering van Sandors bus zakt steeds een beetje dieper. De beurs van Dago-Henk is gelukkig ook diep genoeg en het betalen loopt dan ook vlotjes. Zo vlotjes dat de man die zich eigenaar, filiaalmanager, loopjongen en kassier tegelijk mag noemen, ons nog een cognac aanbiedt. We slaan dit aanbod vriendelijk af. Een borrel om 1100 uur is ons net wat te gortig.

Tijdens het heen en weer rijden zien we weer de nodige bijzonderheden. De vaste oekgangers weten dat er altijd wat te beleven valt. Van leuke dingen: vrolijk zwaaiende zigeuners die met paard en wagen hun gesprokkelde hout meenemen, tot minder leuke dingen: een bloedende man aan de kant van de weg. Gelukkig ligt hij er niet alleen en zijn er mensen bij hem. De verhalen in de bus over wat we tijdens eerdere reizen hebben meegemaakt worden bij het zien van dit alles met de minuut sterker. De ene grap na de ander. Cor zit op gegeven moment even helemaal in zijn eigen wereldje aldus Simon. Maar het fijne is, Simon kijkt graag even door het raampje naar binnen. U begrijpt dat de sfeer er goed inzit met zulke opmerkingen aan boord. Tijd om weer wat serieus te gaan doen.

Met gezwinde spoed brengen we de boodschapjes naar Barkasovo waar al een groepje mensen staat te wachten om ons te helpen met het uitladen. Grootverbruikers als we zijn is het voor ons niet genoeg om alleen de Sligro leeg te kopen. Bij Sandor thuis halen we nog de nodige zuurkool, kwark, melk, paprika, vet en eieren op die we ook in Barkasovo afleveren. Nog een rit later zijn ook de levende(!) kippen gearriveerd. Deze kippen worden gelukkig niet in de huurbus uit Holland vervoerd maar in de bus van Sandor zelf. Zijn medewerker Sacha zorgt vandaag voor het veetransport. Hij en zijn vrouw Ludmila zijn samen de steun en toeverlaat van Sandor. Twee mensen gevlucht uit het Oosten van Oekraïne, neergestreken bij Sandor en zeer waardevol in het werk dat Sandor en Oksana doen. Nu Sacha de kippen heeft gebracht kunnen we starten met het maken van voedselpakketten.

Voor we beginnen met uitdelen moet eerst de kerkzaal leeg. In die zaal zullen Oksana en Ludmila de paspoorten van de dames innemen. De namen van hen die een pakket komen ophalen worden opgeschreven waarna ze een bonnetje krijgen die ze bij de school kunnen inleveren. Daar, bij de school, krijgen ze dan per bonnetje één pakket en een levende kip. In de kerk is het echter nog gezellig druk. Een juf laat vol trots haar lesboek aan ons zien. Het is een boek van stichting Dorcas. Middels wat handgebaren en later via de vertaling van Sandor vertelt ze ons dat ze dramalessen geeft aan deze kinderen. Tijdens de lessen staan Bijbelverhalen uit het leven van Jezus centraal. Dit alles met als onderwerp ‘geestelijk sterker worden, ook bij tegenslagen.’ Erg mooi om te zien dat geestelijk voedsel en echt voedsel op dezelfde plek worden uitgedeeld met hen die het nodig hebben.

Buiten de kerk verzamelt zich langzamerhand een hele grote groep mensen. Ik schrijf het gewoon nogmaals op. Buiten de kerk verzamelt zich langzamerhand een hele grote groep mensen. Het maakt stil. Het is indrukwekkend. Uiteraard zijn we blij dat er zoveel mensen op de hoogte zijn van het feit dat er voedsel te krijgen is. Maar de stilte zit ook in het feit dat het erg schrijnend is om te beseffen dat zoveel mensen van hulp afhankelijk zijn. Zoveel vrouwen die een gezin hebben waar ze voor mogen zorgen maar niet altijd kunnen zorgen. Zoveel vrouwen met kinderen in nood. Zoveel mannen die niet weten hoe ze hun gezin van goed voedsel kunnen voorzien. Een hele grote groep mensen komt naar de kerk om een bonnetje te halen. Een hele grote groep mensen loopt naar de school om een pakket te ontvangen. Deze zelfde mensen verspreiden zich over het kamp om weer te koken, te eten en hun gezin blij te maken. Het hele project raakt ons diep. We hopen het middels onze verslagen, foto’s en andere berichten over te kunnen brengen. Want het zijn uw giften en uw medeleven die maken dat wij dit werk mogen doen. Namens de zigeuners van Barkasovo en onszelf willen we u dan ook hartelijk danken.

Je komt hem langzaam tegemoet,
trillend, koud en ondervoed,
met ogen smachtend, vragend,
het leed met je meedragend,
van oorlog en ‘t gevolg daarvan
en niemand die jou helpen kan
met eten drinken; leven.

Toch kom jij hier nu niet voor jou,
maar voor het kind waarvan je houdt,
dat thuis op jou blijft wachten
en in de koude nachten
tegen je aankruipt en vertrouwt
dat jij nog altijd van haar houdt;
dat jij liefde blijft geven.

Je komt hem langzaam tegemoet
en glimlacht nu hij jou begroet
met in zijn handen, sterk, gezond,
het voedsel waarvoor jij hier komt.
Speciaal voor jou en jouw gezin,
een band waar niemand tussenin
zal komen, nu niet, nooit.

Je loopt weer langzaam bij hem weg
over dezelfde koude weg,
waar ‘t gevolg van oorlog woedt,
maar jij je kind straks wel weer voedt,
omdat de liefde sterker blijkt
dan boze mannen, felle strijd.
Eens komt het goed, ja ooit…

De kip die we zien leegbloeden bij het naar huis rijden is wellicht wat minder blij, maar morgen zal ze het vergeten zijn. De zigeuners en wijzelf zullen deze dag echter nooit meer vergeten. En met de gedachte dat we een nuttige dag hebben gehad rijden wij weer hotelwaarts. Tijd om het een en ander te verwerken, een eigen voedselpakket te scoren en de rusttand op te zoeken.