Reisverslag 13 oktober

Kinderwerk,

Geweldig om de blije kinderen te zien, welke iedere dag weer bij de ingang van het kamp staan te wachten op onze komst, kinderen die staan te dringen bij de kerk dat ze naar binnen mogen. Zelf ben ik meer een bouwer en hou me bezig met de dingen die we gisteren met jullie mochten delen. Maar toch als je buiten bezig bent dan is er altijd zo’n momentje dat je even naar de kerk loopt en even om het hoekje kijkt hoe het gaat met het kinderwerk. Je doet heel voorzichtig de deur van de kerk open, ruikt de geur van het zigeunerkamp en ziet dat de kinderen vol aandacht bezig zijn met hun knutselwerkje, of dat ze aandachtig luisteren en kijken naar het Bijbelverhaal dat verteld en uitgebeeld wordt. En iedere keer weer heb ik respect voor allen die zich zo inzetten voor het kinderwerk, in de voorbereiding, in de uitvoering. Om u een beetje inzicht te geven in het kinderwerk hebben een aantal mensen proberen te beschrijven waarom zij nu dit mooie werk doen, waarom zij zich inzetten voor de kinderen in Oekraine.

Waarom ga je eigenlijk naar Oekraïne?

Een vraag die mij zo vaak gesteld is, een vraag die ik mijzelf vaak heb gesteld.
Waarom steken we tijd en energie in acties om geld op te halen? Laten de mensen daar zelf gaan werken.

En dan lees ik weer Matteüs 25: 35-40.
Jezus zegt in vers 40: Ik verzeker jullie, alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.

Dat is de reden waarom wij helemaal naar Oekraïne gaan, waarom we acties houden, waarom we ons zuurverdiende geld delen met de mensen op het zigeunerkamp in Barkasovo, onze broeders en zusters. Omdat Jezus dat van ons vraagt.
En ik zeg bewust ons zuurverdiende geld, want we werken er toch hard voor, we hebben het toch zelf verdiend, waarom zouden we het delen?
Geen speld tussen te krijgen, wij hebben dit geld zelf verdiend. Maar we hebben het niet verdiend dat we in een van de welvarendste landen ter wereld wonen, dat we hier geboren zijn. Net zo min als de mensen op het zigeunerkamp het verdiend hebben dat zij daar geboren zijn.
Wij mogen God dankbaar zijn dat we in een land als Nederland mogen wonen, dat we zoveel mogelijkheden en kansen hebben. Dat onze kinderen naar school mogen gaan, dat we een baan hebben om in ons levensonderhoud te voorzien. Kansen en mogelijkheden die de zigeuners in Oekraïne niet zomaar hebben. En het klopt dat sommige zigeuners een andere werkmentaliteit hebben dan wij, maar als wij in hun situatie zouden zitten, zouden we dan niet precies hetzelfde zijn?
Wij kunnen hun levenswijze niet zomaar veranderen, dat moeten we ook niet willen.
We proberen hun levensomstandigheden te verbeteren, maar de mensen daar moeten het toch echt zelf doen. En dat begint bij de jeugd, bij de kinderen op het kamp.
Zij zijn de toekomst. Hoe geweldig is het dat de school draait. Dat de kinderen daar heen mogen gaan. Om zoveel dingen te leren, maar ook om een maaltijd te krijgen.

Maandag, de wekker gaat vroeg. Eerste dag dat we aan het werk gaan op het kamp, maar laten we vooral het kinderwerk niet vergeten. 

Weken van voorbereiding zijn er aan voorafgegaan. Kiezen welke verhalen uit de bijbel we gaan vertellen. En welke knutselwerkjes we erbij gaan maken. 

Best ingewikkeld om te bedenken, dit laatste, want het materiaal moet niet te duur zijn, het moet niet te veel ruimte innemen in de busjes en het moet voor de kinderen ook makkelijk zijn om te maken. Voor ons is het zo vanzelfsprekend dat kinderen kunnen knippen, kleuren of lijmen, nou dat is daar niet zo. Kinderen, jong, maar ook oud, die nog nooit geknutseld hebben. 

Maar wat toch het allerbelangrijkste is, is dat we in ieder geval een paar werkjes uitkiezen waar ze zo lang mogelijk plezier van hebben. Wat een beetje hufterproof is, tegen een stootje kan.

Want dat is wat we zo graag willen, dat ze ook nog iets hebben om mee te spelen als wij al weer naar huis zijn. 

Als we het kamp oprijden komen de eerste kinderen al aangerend. Blij om ons te zien en wij zijn blij om hen weer te zien. De deur van de bus gaat open en onze vriendjes en vriendinnetjes staan al klaar. Een smoezelige kinderhand die je vastpakt. Kinderen die direct spelletje willen doen buiten, liedjes willen zingen.  Wat een enthousiasme zo op de vroege morgen. Snel gaan we naar binnen om alles voor te bereiden. De kinderen moeten eerst buiten wachten. Een oefening in een geduld en dat valt niet altijd mee. Dus blijven een aantal van ons buiten met de kinderen spelen en barricaderen wij voor de zekerheid de deur aan de binnenkant, zodat wij ons even rustig voor kunnen bereiden. Want geloof me, dat heb je wel nodig. Zodra de deur opengaat moet je je verstand op nul zetten en vooral rustig blijven. Een horde enthousiaste kinderen stormt dan binnen, schreeuwend, elkaar aan de kant duwend, met elkaar vechtend om een plaatsje. Vooral de eerste jaren wisten we niet wat ons overkwam. Maar hoe bijzonder is het om te zien dat het elk jaar beter gaat. Dat de kinderen weten dat er genoeg plaats is voor iedereen, genoeg spullen voor iedereen. 

En zo mooi om te zien dat de kinderen die de jaren daarvoor geweest zijn aan de nieuwe kinderen uitleggen dat het heus wel goed komt, dat ze moeten gaan zitten en wachten. Hartverwarmend. 

En dan gaan we met elkaar zingen in het Nederlands en Hongaars, we gaan samen bidden. We vertellen een Bijbelverhaal of voeren een toneelstukje op. We knutselen met elkaar. Buiten doen we spelletjes met elkaar of gooien over met de bal.

Van sommige kinderen kennen we de naam, andere kennen we alleen van gezicht. 

Zo geweldig om te zien dat we allemaal op onze eigen manier contact maken met de kinderen. Tijdens het kinderwerk, maar ook tijdens het klussen.
En ook al zien we elkaar een heel jaar niet, het is elke keer weer een feest van herkenning!

Waarom ga je eigenlijk naar Oekraïne?

Vroeg in de ochtend stap je uit het busje, direct zijn er kinderen om je heen. Sommige herinneren je naam en anderen geven je alleen een high five. Labda, Labda hoor ik om me heen. De ballen worden uitgedeeld en samen spelen we er mee. Rond 10 uur komen met enorm kabaal alle kinderen binnen.  De tolk doet zijn best om ze stil te krijgen zodat ik kan beginnen. Na een namenrondje zingen we alle liedjes die we kennen. Sommige in het Nederlands, andere in het Hongaars. Zo gaaf, de kinderen kennen ze allemaal en zingen uit volle borst mee. Dan volgt het Bijbelverhaal, dit jaar met een toneelstukje erbij. De kinderen genieten er zichtbaar van. We sluiten af met een knutselwerkje. De stoerste jongens zitten rustig te kleuren en laten trots hun werkje zien, de meisjes overleggen druk welke kleuren ze moeten gebruiken en komen vragen of je het mooi vind. Ik lach, steek mijn duim op en zeg: Jo (goed). Met een glimlach lopen ze de kerk uit.

Die glimlach is waarom ik het kinderwerk doe. Namen vergeet ik, welke knutsel we maakten ook, maar de trotse en blije gezichten blijven me altijd bij. Dit jaar kunnen we helaas geen nieuwe herinneringen maken en zal ik die glimlachen moeten missen, maar gelukkig heb ik de herinneringen van de afgelopen jaren om ook dit jaar een glimlach op mijn gezicht te toveren.

Waarom ga je eigenlijk naar Oekraïne?

Als ik aan het kinderwerk denk krijg ik gelijk een warm gevoel vanbinnen. Ik zie gelijk de sprankeling in de ogen van de kinderen voor me. Hoe blij ze waren met onze komst, met de activiteiten, de liedjes, de liefde.

De ochtend als je op het kamp komt staan de kinderen al vol enthousiasme op je te wachten. Ze kunnen niet wachten om naar binnen te aan en naar ons te luisteren en leuke dingen te doen. Aandacht te krijgen. We beginnen met een namen rondje zodat de kinderen weten wie voor hun staat. Daarna beginnen we met het bijbel verhaal. 1 van ons leest het in het Engels voor en de tolk vertaalt het. De anderen spelen een toneelstukje bij het verhaal. De kinderen zitten dan met grote ogen te kijken en zitten echt in het verhaal. Na het verhaal gaan we zingen met zen allen. Zowel Hongaarse nummers als Nederlandse nummers. En dan is het zo ver, het knutselwerkje. Vol enthousiasme gaan de kinderen aan de slag met hun knutselwerkje. Zodra ze klaar zijn laten ze trots hun werk zien. Het leuke aan het knutselwerkje is, je ziet hem de hele week weer terug. Of het werkje hangt in een hutje of in de school of je ziet hem ergens anders voorbijkomen.

Wat ik zo mooi vind aan het kinderwerk is de blijdschap die wij de kinderen kunnen geven. De kinderen kijken echt uit naar onze komst en zijn elke keer weer benieuwd wat we gaan doen. Het vult je hart vol liefde als je naar die kinderen kijk en als je met hen zingt. De dankbaarheid die ze uitstralen is onbeschrijfelijk. De kinderen in Oekraïne hebben mijn hart veroverd en hebben voor altijd een bijzonder plekje in mijn hart.

Waarom ga je eigenlijk naar Oekraïne?

5 jaar ben ik naar Oekraine geweest. Dit jaar zou de 6e keer zijn maar dat gaat helaas niet door. Ik mis het. Ik mis de reis erheen, de gezelligheid in de bus. Het eten onderweg. Maar het meest mis ik de aankomst daar, de warme ontvangst, de meisjes die al op de weg klaar staan om ons letterlijk met open armen te ontvangen. De high fives en de boksen die de jongens, zo stoer als ze zijn, willen geven. Ze roepen je naam, willen papagaaitje leef je nog klappen met je. Ze hangen aan je, kruipen het liefst in je broekzak.

Het warme gevoel wat al in mijn buik zat wordt alleen maar erger. Ik haal eens diep adem door mijn neus en bedenk me dat ik dit vieze luchtje eigenlijk best gemist heb. We gaan naar de kerk. De voorbereidingen moeten getroffen worden. Podium afzetten met lint, alle spulletjes die we meegenomen hebben veilig helemaal achteraan. Alles doorspreken en ondertussen de horde kinderen die we buiten horen proberen buiten te laten. Ze hebben er zin in maar moeten nog even wachten. En dan is het tijd. Ze mogen naar binnen! Ze dringen, duwen. Met de ellebogen opzij proberen ze het beste plekje te veroveren in de kerk. Vooraan om maar niks te hoeven missen! Ik voel me blij! Wat een genot om te zien dat ze er zo graag willen zijn! Het voorstelrondje begint. Ze kennen je, roepen je naam, kruipen bij je op schoot. Vieze kleine maar ook grote kinderen die een beetje warmte zoeken, een knuffel, een aai over hun wang, een compliment voor het werkje waar ze zo enorm hun best op doen wat ze maken naar aanleiding van het bijbelverhaal. En dan gaan we zingen. 1 van de mooiste momenten van de ochtend. Na zoveel jaar krijg ik nog steeds tranen in mijn ogen als we samen met hun; “lees je bijbel, bid elke dag zingen”. De overgave die je ziet in de ogen van sommige kinderen…. Het is niet uit te leggen… God is ook daar in ons midden!

Na het bijbelverhaal en het knutselwerkje gaan we met de kinderen naar buiten. De frisse lucht in. Ik adem een keer diep om de zuurstof diep in mijn longen door te laten dringen en voel vervolgens een klein vies kinderhandje in mijn hand glijden. Ik kijk naar beneden en zie 2 bruine glanzende oogjes naar mij opkijken. Ze trekt me naar beneden en fluistert wat in mijn oor. Ik kan haar niet verstaan en roep de tolk. Hij vertaald haar zinnetje; “mag ik met jou mee ik vind je lief”. Ik krijg een brok in mijn keel en pak haar op schoot. Ik geef haar een knuffel en zeg tegen de tolk; “Ik vindt jou ook heel erg lief maar ik denk dat je moeder heel verdrietig wordt als ik jou mee neem. Maar morgen kom ik weer!” Het meisje knikt blij en ik krijg nog een dikke knuffel. Ze staat op en gaat spelen.

Ik kijk haar na en besluit volgend jaar weer naar deze kinderen toe te gaan!